Werkwijze voor montage draadhaspel
Schakel de machine UIT met de Aan/Uit schakelaar ("0"
positie) alvorens de draadhaspel te monteren. Zorg ervoor
dat de draadaanvoerrol en de contacttip van het laspistool
geschikt zijn voor de gebruikte lasdraad.
1. Druk de spoel dusdanig op de spindel dat de lasdraad
van boven afwikkelt, richting de draadaanvoerrol.
2. Druk de afstandhouder op de spindel, tegen de spoel.
Draai de afstandhouder om indien nodig.
3. Schuif de veer tegen de spoel , druk de spoelhouder
op de spindel en draai deze met de klok mee vast.
4. Verwijder de duimschroef en draai de drukrolbrug
omhoog van de draadaanvoerrol. Verzeker u ervan
dat de zichtbaar gedrukte draaddiameter van de
draadaanvoerrol overeenkomt met de gebruikte
lasdraad.
5. Maak voorzichtig het uiteinde van de lasdraad los van
de spoel, maar zorg ervoor dat de haspel niet vanzelf
afwikkelt. Laat de lasdraad niet los voordat deze in het
draadaanvoersysteem vergrendeld is.
6. Knip gebogen deel van de draad af en strek de eerste
100mm.
7. Voer de draad in door de ingaande geleidebuis, over
de draadaanvoerrol en in de liner van het laspistool.
8. Sluit de drukrolbrug en vergrendel de duimschroef.
Draai de duimschroef zover in dat de lasdraad
regelmatig wordt aangevoerd (je kan de lasdraad nu
loslaten). Zorg ervoor dat de lasdraad in de juiste
groef van de draadaanvoerrol loopt.
9. Regel de druk op de drukrolbrug af met behulp van de
duimschroef. Begin met een gemiddelde waarde . Kijk
hoe de lasdraad aangevoerd wordt en stel indien
nodig de druk nogmaals in. De druk moet dusdanig
zijn dat de lasdraad gelijkmatig aangevoerd wordt.
10. Verwijder de Cup en Contacttip van het laspistool.
11. Schakel de machine IN ("I").
12. Strek het kabelpakket van het laspistool.
Nederlands
13. Druk de pistoolschakelaar in en voer de lasdraad door
het laspistool. Houdt het laspistool van jezelf en
anderen af gericht . Laat de pistoolschakelaar weer
los wanneer de lasdraad uit het laspistool komt.
14. Schakel de machine UIT ("0").
15. Monteer de contacttip en cup. Knip de uitstekende
lasdraad af, zodat nog 10 tot 15 mm uitsteken uit de
tip.
16. Schakel de machine IN ("I"). De machine is nu klaar
om te lassen.
Lassen
1. Selecteer het juiste lasproces op basis van het soort
werkstuk, de kwaliteit van de te lassen delen, de
omgeving waarin gelast moet worden en het
gewenste lasuiterlijk.
2. Selecteer en installeer de lasdraad die past bij het
gekozen lasproces. Gebruik bij voorkeur originele
Lincoln
Electric
isessentieel voor geslaagd lassen.
3. Installeer de juiste draadaanvoerrol, contact tip en
gascup, behorend bij het lasproces.
4. Controleer of de Polariteit juist is voor de gebruikte
lasdraad
en
het
ingeschakeld is.
5. Zie ook bovenstaand figuur. Sluit de werkstukkabel
aan op het te lassen werkstuk. De werkstukklem moet
goed elektrisch contact maken met werkstuk. Zorg
ervoor dat ook het werkstuk geaard is.
6. Stel
de
juiste
draadsnelheid ) in voor de gebruikte lasdraad en
materiaaldikte van het werkstuk.
7. Positioneer het laspistool op basis van het te lassen
werkstuk.
8. Houdt het lasscherm voor je ogen en druk de
pistoolschakelaar in om te lassen.
9. Beweeg tijdens het lassen met een constante
voortloopsnelheid en probeer een uitsteeklengte van
ca 10mm te handhaven. Volg de juiste richting van de
lasnaadvorm t.o.v. het werkstuk.
10. Laat de pistoolschakelaar los, wanneer men wil
stoppen.
11. Wanneer men klaar is met lassen, sluit dan de
afsluiter van de gasfles, druk de pistoolschakelaar nog
eenmaal kort in en schakel de machine uit.
9
lasdraad.
Kwaliteits
lasdraad
beschermgas
(indien
lasparameters
(spanning
Nederlands
nodig)
en