230 V AC
10-24 V AC/DC
L
N
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
GP 1
230 V AC
Meerdere verwarmingstoestellen
op een ruimtethermostaat of op een
klimaatcomputer aansluiten
L
N
N LT LV
5 Ruimtethermostaat voor 230 V~ aansluiten.
X2
X1 Gas
X4
▷ 1. Spanningsvoorziening via het verwarmings-
GP 1
toestel.
230 V AC
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
230 V AC
GP 1
L
N
▷ Er mag slechts een brug in een verwarmingstoe-
L
N
N LT LV
stel tussen stekker X1 en X4 aangesloten worden.
230 V AC
X2
X1 Gas
X4
Bij alle volgende verwarmingstoestellen mag "N"
L
10-24 V AC/DC
alleen tussen de stekkers X4 verbonden zijn.
GP 1
N
L
N
N LT LV
230 V AC
X2
X1 Gas
X4
+V
–
X8
GP 1
L
N
N LT LV
GP 1
230 V AC
X2
X1 Gas
X4
GP 1
L
N
N LT LV
▷ 2. Spanningsvoorziening via de klimaatcomputer.
X2
X1 Gas
X4
230 V AC
230 V AC
GP 1
L
L
N
N LT LV
N
X2
X1 Gas
X4
230 V AC
L
N
N LT LV
X1 Gas
X2
GP 1
X4
L
N
N LT LV
GP 1
X2
X1 Gas
X4
230 V AC
5 Ruimtethermostaat voor 24 V=/~ op stekker X8
GP 1
10-24 V AC/DC
aansluiten.
▷ Voor 24 V moet de spanningsvoorziening van
extern plaatsvinden.
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
+V
–
10-24 V AC/DC
X8
GP 1
GP 1
+V
–
230 V AC
X8
GP 1
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
L
N
N LT LV
+V
–
+T
mV
X2
X1 Gas
X4
X8
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
+V
–
+T
+T
mV
X8
GP 2
L
N
N LT LV
GP 2
X2
X1 Gas
X4
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
GP 2
X4
L
N
N LT LV
GP 2
X2
X1 Gas
X4
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
+T
mV
+V
–
+T
X8
GP 2
GP 2
+V
–
+T
+T
mV
X8
GP 2
L
N
N LT LV
X2
X1 Gas
X4
L
Ontgrendeling op afstand
N
N
LT
LV
X4
▷ Een externe ontgrendeling op afstand voor het
ontstoren kan op stekker X5 aangesloten wor-
den.
max. 5 A
Reset
Multifunctionele uitgangen (MFA)
max. 264 V
LV
L
i
X5
▷ Met de stekkers X6 en X7 kunnen potentiaalvrije
multifunctionele uitgangen geparameteriseerd
worden. Voor de parameterisatie bestaan er twee
mogelijkheden:
Via de optische interface aan de branderbestu-
ring kan de pc-software voor branderbesturin-
gen BCSoft gebruikt worden, zie pagina 20
(Toebehoren).
Met de keuzetoets MODE (verwarmingstoestel
OFF) kan het menu "Instelmodus" opgeroepen
en voor de parameterisatie van de uitgangen
gebruikt worden, zie pagina 8 (Instelmodus).
▷ MFA , externe ventilator (max. 5 A)
Voor een verbeterde circulatie in de ruimte kan
een extra ventilator aangesloten worden. De
externe ventilator kan met een instelbare ver-
tragingstijd (BCSoft) voor het in- en uitschakelen
aangestuurd worden. Het tijdstip is gerelateerd
aan de werking van de geïntegreerde ventilator.
▷ Mogelijke parameterisatie:
– Inactief: de externe ventilator wordt niet aange-
stuurd.
– Geïntegreerde ventilator actief: de externe ven-
tilator wordt gelijktijdig met de geïntegreerde
ventilator aangestuurd.
– Geïntegreerde ventilator inactief: de externe
ventilator wordt aangestuurd, wanneer de ge-
integreerde ventilator van het verwarmingstoestel
uitschakelt.
– Modulatievrijgave: de externe ventilator wordt
pas aangestuurd, wanneer het verwarmings-
toestel de modulatie start.
NL-5
max. 5 A
max. 264 V
Reset
MFA 1
L
i
1
2
X5
X6
max. 2 A
AC/DC
max. 264 V
10-24 V
MFA 1
MFA 2
1
2
1
2
+V
X6
X7
max. 2 A
max. 264 V
MFA 2
1
2
X7
0 V
–
+
X8