• Een slecht vlamsignaal door een vervuilde of
slecht aangesloten ionisatiepen. De ionisatie-
pen reinigen en op afstand controleren, zie pa-
gina 18 (Onderhoud).
• De aansluiting van de leiding op beschadiging of
vocht controleren. De stekker moet op de juiste
manier zijn aangebracht.
• De geel-groene leiding van de massa van de
brander op vaste aansluiting en corrosie con-
troleren.
? Foutcode F. en 2 wisselen elkaar knipperend
af en de lamp begint rood te branden?
! De fout kon niet worden verholpen. De ACU heeft
alle geparametreerde startpogingen gestart en
gaat op storing.
• Ontgrendelen via de RESET-toets, of direct op
de ACU of via de ontgrendeling op afstand.
• De foutoorzaak als bij de waarschuwing F.2 be-
schreven verhelpen.
? Foutcode F. en 3 wisselen elkaar knipperend
af en de lamp begint rood te branden?
! De branderbesturing herkent bij het opstarten
of in storingsstand een vlamsignaal.
! Een gasklep sluit niet correct.
• De gastoevoer naar het apparaat afsluiten. De
correctie functie van de brander en de gasklep-
pen controleren, zie pagina 20 (Veiligheids-
functies en branderwerking controleren).
! Verkeerd vlamsignaal door lekstroom/kruip-
stroom.
• De bedrading controleren, zie pagina 3 (Be-
draden).
• Ionisatiepen controleren.
! Verkeerd vlamsignaal mogelijk door geleidende
keramische isolatie, bv. stroomstoot via aardlei-
ding.
• Verkeerd vlamsignaal verhelpen. Ionisatiepen en
indien nodig ook de complete branderbesturing
met behuizing vervangen.
▷ Ontgrendeling alleen met de RESET-toets op de
branderbesturing of, indien voorhanden, met de
afstandsontgrendeling mogelijk.
? Foutcode F. en 4 wisselen elkaar knipperend
af en de lamp begint rood te branden?
! Na het uitschakelen van de brander gaat de vlam
niet binnen 5 s uit. Een gasklep sluit niet correct.
• De gastoevoer naar het apparaat afsluiten. De
correctie functie van de brander en de gasklep-
pen controleren, zie pagina 20 (Veiligheids-
functies en branderwerking controleren).
? Foutcode C. en 1 wisselen elkaar knipperend
af en de lamp begint na 5 minuten rood te
branden?
! Signaal van de veiligheidstemperatuurbewaker
(VTW). Temperatuur is overschreden.
• Het verwarmingstoestel langer af laten koelen.
! De hoofdventilator schakelt niet in.
• Hoofdventilator controleren.
! Bedradingsfout.
• De bedrading voor de aansturing van de hoofd-
ventilator controleren, zie pagina 3 (Bedra-
den).
! De veiligheidstemperatuurbewaker (VTW) is ver-
keerd gericht.
• De positie van de veiligheidstemperatuurbewaker
(VTW) controleren.
! Omgevingstemperatuur overschreden.
• De temperatuur is > 40°C. De ruimte af laten
koelen.
! De veiligheidstemperatuurbewaker (VTW) regis-
treert een verkeerde temperatuur.
• Veiligheidstemperatuurbewaker vervangen.
! Het verwarmingstoestel is te sterk vervuild.
• Het verwarmingstoestel moet dringend gereinigd
worden.
! Inbouwpositie.
• Het verwarmingstoestel bevindt zich te dicht in
de buurt van andere verwarmingstoestellen, zie
pagina 2 (Inbouwen).
! Toestel verkeerd ingesteld.
• Het verwarmingstoestel is niet correct ingesteld
en moet bijgesteld worden, zie pagina 8 (Ver-
warmingstoestel instellen).
! Bij het wegvallen van de spanning tijdens bedrijf
wordt het verwarmingstoestel zonder afkoeling
uitgeschakeld. Wanneer de stroomuitval < 5 mi-
nuten duurt, heeft de branderkamer het toestel
opgewarmd en de VTB meldt zich.
• In dat geval wordt de gebruiksmodus Ventileren
geactiveerd. Wanneer het verwarmingstoestel
binnen 1 minuut met succes is afgekoeld, volgt
een herstart.
NL-15