34
Installeren
De actieve microfoon selecteren
Als u een apparaat wilt selecteren dat moet worden gebruikt als actieve microfoon, navigeert u naar Beheerdersvoorkeuren:
Audio en selecteert u een apparaat in de voorkeur Actieve microfoon. De beschikbare opties voor Actieve microfoon zijn
Auto (standaard), Microfoon IN en Camera 1.
Wanneer de voorkeur Actieve microfoon is ingesteld op Auto (standaard) of als de geselecteerde optie niet is verbonden
met de codec, probeert het systeem automatisch Microfoon IN en vervolgens Camera 1 te selecteren, in die volgorde.
Volume actieve microfoon aanpassen
Als u het volume van de actieve microfoon wilt beheren, past u de voorkeur Volume actieve microfoon aan in
Gebruikersvoorkeuren of Beheerdersvoorkeuren: Audio.
Microfoonstatus controleren
3
Het veld Actieve microfoon op de pagina met systeeminformatie geeft aan welk apparaat als actieve microfoon wordt
gebruikt.
Als de waarde Geen is, wordt de indicator Geen actieve microfoon in de statusbalk weergegeven als aanduiding dat er geen
actieve microfoon beschikbaar is.
Het veld Microfoon IN wordt weergegeven op de pagina met systeeminformatie voor systemen die een microfoon IN-
connector in de codec hebben en geeft de verbindingsstatus aan van een apparaat voor de invoer (Geen, Gereed of Fout).
Primaire audio-uitvoer testen
U kunt audiotesttonen verzenden naar luidsprekers die met de codec zijn verbonden als primair audio-uitvoerapparaat.
Navigeer naar Beheerdersvoorkeuren: Audio: Uitvoertest primaire audio.
Selecteer het kanaal dat u wilt testen of selecteer Auto. De optie Auto wordt voor alle beschikbare kanalen uitgevoerd,
waarbij de testtoon 5 seconden wordt afgespeeld voordat naar het volgende beschikbare kanaal wordt gegaan.
Als u de test wilt beëindigen, kiest u Uit of navigeert u naar een andere voorkeur of een ander scherm.
Audioniveaus aanpassen
Behalve het audiovolume voor de lijningang en actieve microfoon kunt u ook audioniveaus aanpassen die zijn gekoppeld
aan de volgende voorkeuren:
•
Hoge tonen lijnuitgang (dB): hiermee worden de hogere frequenties versterkt in het geluidsbereik voor audio-uitvoer.
•
Bastonen lijnuitgang (dB): hiermee worden de lagere frequenties versterkt in het geluidsbereik voor audio-uitvoer.
•
Volume beltoon: selecteer het volumeniveau van de beltoon en ingesprektoon.
•
Volume DTMF-toon: selecteer het volumeniveau van de DTMF-toon en toetsgeluiden.
•
Volume statustoon: selecteer het volumeniveau van de statustonen.
•
Volume belsignaal systeem: selecteer het volumeniveau van het belsignaal van het systeem.
•
Belsignaaltoon systeem: selecteer een van de vijf presettonen voor het belsignaal van het systeem.