nl
4.2 Personeel voor installatie en inbedrijfstelling
Interventies mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel dat naar eigen inzicht het
werk aan anderen kan delegeren. Vereiste specialistische kennis afhankelijk van de behoefte: Installatie-
techniek, pneumatische of elektrotechniek.
4.3 Voordat de pomp gestart wordt
► De pomp moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de bedieningsinstructies.
► De pomp hoeft voor het opstarten niet met vloeistof gevuld te worden, tenzij dit vooraf is overeenge-
komen.
► We raden aan om een testrun uit te voeren. Dit zorgt ervoor dat de pomp goed werkt en niet lekt.
► Controleer het aanhaalmoment van de Bouten (→ Tabel 15). Controleer na een week gebruik het
aanhaalmoment opnieuw om lekkage te voorkomen.
► Bij pompen van kunststof moeten de bouten regelmatig worden aangedraaid.
4.4 Aansluitingen
!
WAARSCHUWING
Stugge leidingen kunnen sterke trillingen veroorzaken en de bochten beschadigen!
Zuig- en persleidingen moeten flexibel zijn om beschadiging van de pompaansluitingen te voorkomen.
Als alternatief kunnen flexibele verbindingen worden gebruikt tussen de pers-/zuigaansluiting en alle
starre leidingen.
Stugge leidingen kunnen sterke trillingen veroorzaken en de bochten beschadigen! Gebruik hiervoor
geen pomp met uitblaasrichting F (→ Fig. 5). Anders zou de verpompte vloeistof op de aansluiting van de
persluchttoevoer kunnen druppelen.
Fig. 5
22
Aansluiting voor persluchttoevoer