1. Stel het apparaat in op de instelling die u wilt registreren.
2. MENU →
Items die kunnen worden geregistreerd
Opnamefunctie
Diafragma (F-getal)
Sluitertijd
Camera- instellingen
Optische-zoomvergroting
Geregistreerde instellingen oproepen
Selecteer het geheugennummer uit "1" of "2" op de functiekeuzeknop.
Geregistreerde instellingen veranderen
Verander de instelling naar de gewenste instelling en registreer deze instelling onder hetzelfde
functienummer.
Opmerking
Programmaverschuiving kan niet worden geregistreerd.
[77] Hoe te gebruiken
handig gebruik
Instell. functiemenu
U kunt de functies toewijzen die moet worden opgeroepen wanneer u op de Fn (Functie)-knop
drukt.
1. MENU →
(Eigen instellingen) → [Instell. functiemenu] → wijs een functie toe aan de
gewenste locatie.
De functies die kunnen worden toegewezen worden afgebeeld op het instelitemselectiescherm.
[78] Hoe te gebruiken
handig gebruik
Eigen toetsinstelling.
(Camera- instellingen) → [Geheugen] → gewenst nummer.
De opnamefuncties gebruiken
De opnamefuncties gebruiken
De opnamefuncties aanpassen voor
De opnamefuncties aanpassen voor