RPM/Speed
(omwentelingen per minuut/snelheid)
Geeft het aantal omwentelingen die u maakt per minuut weer. (revolutions per minute) Speed geeft uw
trainingssnelheid weer in aantal KM per uur.
Distance
(afstand) in km
Geeft de afgelegde afstand, of de afstand die u heeft afgelegd weer in aantal km, met een max. van 99,9 km.
U kunt vooraf een afstand instellen dat u tijdens het trainen wenst af te leggen. De afstand zal dan aflopen
naar 0 vanaf de door u ingestelde afstand.
Watt
Geeft het wattage weer. U kunt bij het watt programma het wattage instellen waarop u wenst te trainen.
Wanneer u sneller gaat zal de weerstand automatisch verlagen en wanneer u langzamer gaat zal de
weerstand automatisch verhoogt worden. Het wattage blijft dan gelijk aan wat u ingesteld heeft.
Pulse
(hartslag)
De computer geeft uw hartslag weer, uitgedrukt in aantal slagen per minuut. U dient voor de weergave van
uw hartslag beide hartslagsensoren vast te houden of een hartslagmeter in de vorm van een borstband om te
hebben.
User
Geeft weer welke gebruiker op dit moment ingesteld is.
Functies toetsen
Recovery
Hiermee activeert u het recovery programma. Dit is een functie die uw conditie test. De conditietest kunt u
activeren door tijdens het trainen op de recovery knop te drukken. U dient er wel voor te zorgen dat u een
borstband om heeft tijdens de test, of u dient de sensoren met beide handen vast te houden. Na ongeveer 20
seconden, zal het resultaat op het scherm worden weergegeven, van F1 t/m F6. Het is belangrijk dat uw
tijdens de test uw armen en benen stilhoudt. De resultaten zijn namelijk gebaseerd op daling van de hartslag
na inspanning. De resultaten houden het volgende in:
F1
•
F1 - F2
•
F2 - F2,9
•
F3 – F3,9
•
F4 – F5,9
•
F6
•
Reset
Met die reset toets keert u terug naar het hoofdmenu. Wanneer u in een programma zit en u wilt naar het
hoofdmenu dient u eerst op de stop toets te drukken en vervolgens op de reset toets. Wanneer u de reset
toets 2 seconden ingedrukt houdt reset u de computer en kunt u een andere user kiezen, of uw eigen user
gegevens instellen.
Enter
De enter toets wordt gebruikt om een instelling, of programma te bevestigen of in te stellen.
U gebruikt de enter-functie door de draaiknop in te drukken
Up/Down
Met de draaiknop kunt u een trainingswaarde instellen, of tijdens het programma de weerstand verhogen of
verlagen.
Start/Stop
=
Uitmuntend
=
Zeer goed
=
Goed
=
Gemiddeld
=
Onder het gemiddelde
=
Slecht
2