Autom. scherpst.
Selecteert de scherpstelmethode die geschikt is voor de beweging van het onderwerp.
1 [Menu] t [Camera] t [Autom. scherpst.] t stand van uw keuze.
(Enkelv. AF)
(Continue AF) De camera blijft scherpstellen zolang u de ontspanknop half
Opmerkingen
• [Enkelv. AF] wordt geselecteerd wanneer u de volgende functies gebruikt:
– [Slim automatisch]
– [Zelfontspanner]
– [Scènekeuze], behalve [Sportactie]
– [Foto-effect]
– [Anti-bewegingswaas]
– [Panorama d. beweg.]
– [3D-panor. d. beweg.]
– [Lach-sluiter]
– Er wordt een Montagestuk A-lens (los verkrijgbaar) gebruikt.
• [Continue AF] wordt geselecteerd wanneer de belichtingsstand is ingesteld op [Sportactie] in
[Scènekeuze].
• In de stand [Continue AF] klinken geen audiosignalen wanneer het onderwerp scherp is.
De camera voert de scherpstelling uit en de scherpstelling wordt
vergrendeld wanneer u de ontspanknop half indrukt. Gebruik
deze functie wanneer het onderwerp stilstaat.
ingedrukt houdt. Gebruik deze functie wanneer het onderwerp in
beweging is.
NL
66