2.1
Functie bedieningsmodule
De bedieningsmodule heeft 4 functies:
Aandrijving
De ingebouwde motoren en elektronica verzorgen de aandrijving van het systeem.
Bediening
Het geven van instructies aan de schotelantenne bijv. keuze satelliet, parkeren, etc.
Monitoring
Weergave van de status van het systeem op het display
Updating
Het vervangen/updaten van software.
3.1
Opstellingspositie bepalen
Bij de keuze van de juiste plaats voor het opstellen van de schotelantenne dient rekening gehouden te worden
met verschillende factoren:
De ondergrond waarop de antenne wordt opgezet dient redelijk vlak te zijn.
De ideale situatie is een plaats waar in alle richtingen vrij zicht is.
Indien dit niet mogelijk is dient u te overzien of het zicht richting de gewenste satelliet vrij is. (geen
blokkade door obstakels zoals bomen, camper/caravan, gebouwen etc.)
3.2
Plaatsen driepoot statief
Start (systeem begint de satelliet te zoeken)
1.
2.
Park (systeem zet zichzelf in de parkeerstand )
3.
Enter (selecteren)
Op (omhoog)
4.
Neer (omlaag)
5.
Escape (stap terug)
6.
Menu (voor menu)
7.
8.
Stop(systeem stopt met handeling)
USB slot
9.
Aan de achterzijde van de bedieningsmodule
bevindt zich een USB slot voor eventuele software
updates (zie hoofdstuk 4.2)
Nadat de plaats voor het opstellen van de
schotelantenne is bepaald, kunt u het driepoot
statief uitvouwen en plaatsen. Zorg ervoor dat u de
poten zo ver mogelijk uitklapt, zodanig dat het
systeem stabiel en stevig staat. Ook kunt u de
poten verankeren middels de bijgeleverde
haringen. Het statief dient op een zo vlak mogelijke
ondergrond geplaatst te worden, het hoeft niet
precies waterpas te staan. Echter geldt hierbij hoe
beter waterpas, des te sneller het systeem de
satelliet zal vinden.
6
pagina