5,0
Handleidingen
5,3 Equalizers
5.3 Equalizers
5.3.1 Wat is een EQ?
Parametrische EQ
Q
Studio One Artist bevat ook verschillende EQ-plug-ins. Hier vindt u een korte
uitleg over hoe een EQ werkt, evenals enkele grafieken om u te helpen bij het
navigeren door de frequentiebereiken van verschillende instrumenten, zodat u snel
de beste EQ-instellingen voor uw opnamen en livemixen kunt kiezen.
Een equalizer is een filter waarmee u het niveau van een frequentie, of
frequentiebereik, van een audiosignaal kunt aanpassen. In zijn eenvoudigste vorm
laat een EQ je de hoge en lage tonen hoger of lager zetten, waardoor je de kleuring
van bijvoorbeeld je autoradio of iPod kunt aanpassen. Bij het opnemen is egalisatie
een verfijnde kunst. Een goede egalisatie is van cruciaal belang voor een goede mix.
Bij correct gebruik kan een equalizer de indruk wekken van nabijheid of afstand, een
geluid 'dik maken' of 'verdunnen', en helpen bij het vermengen of scheiden van
vergelijkbare geluiden in een mix, waardoor ze allebei door de mix heen kunnen schijnen.
De parametrische EQ en semi-parametrische EQ zijn de meest voorkomende equalizers in
opname- en livesituaties, omdat ze continue controle over alle parameters bieden. Een
parametrische EQ biedt continue controle over de frequentie-inhoud van het audiosignaal, die
is verdeeld in verschillende frequentiebanden (meestal drie tot zeven banden). Een
volledig parametrische EQ zoals die in StudioLive 24.4.2 biedt controle over de bandbreedte (in
principe het bereik van de beïnvloede frequenties), de middenfrequentie van de band en het niveau
(boost/cut) van de aangewezen frequentieband. Het biedt ook afzonderlijke controle over
de Q, de verhouding tussen de middenfrequentie en de bandbreedte. Een semi-parametrische
EQ biedt controle over de meeste van deze parameters, maar de Q staat vast. Sommige apparaten,
zoals de StudioLive 16.4.2 en 16.0.2 en de AudioBox VSL-serie interfaces, hebben een quasi-
parametrische EQ, wat een semi-parametrische EQ is met een eenvoudige, schakelbare Q-
instelling (meestal High en Low Q).
Q is de verhouding tussen de middenfrequentie en de bandbreedte, en als de
middenfrequentie vast is, is de bandbreedte omgekeerd evenredig met Q, wat
betekent dat naarmate je de Q verhoogt, je de bandbreedte kleiner maakt. Bij volledig
parametrische EQ's beschikt u over continue bandbreedtecontrole en/of continue Q-
controle, waarmee u een zeer smal of breed frequentiebereik kunt verzwakken of versterken.
Een smalle bandbreedte (hogere Q) heeft duidelijke voordelen voor het verwijderen van
onaangename tonen. Laten we zeggen dat de snaredrum in je mix een vervelende klank
heeft. Met een zeer smalle bandbreedte kunt u deze ene frequentie (meestal rond de 1
kHz) isoleren en verwijderen of afwijzen. Dit type smalband-rejectfilter wordt ook wel
een notch-filter genoemd. Door de overtredende frequentie eruit te halen, kun je het
probleem wegnemen zonder het instrument uit de mix te verwijderen. Een smalle bandbreedte
is ook nuttig bij het versterken van aangename tonen van een instrument zoals de aanval.
Neem bijvoorbeeld een kickdrum. Een kickdrum resoneert ergens tussen de 60 tot 125
Hz, maar de aanval van de kickdrum is bij 2 tot 5 kHz veel hoger. Door een smalle
bandbreedte in te stellen en de aanval een beetje te versterken, kun je een krachtigere
kickdrum bereiken zonder de rest van de mix te overweldigen.
Een brede bandbreedte accentueert of verzwakt een grotere frequentieband. De brede en
smalle bandbreedtes (hoge en lage Q) worden meestal in combinatie met elkaar gebruikt om
het gewenste effect te bereiken. Laten we nog eens naar onze kickdrum kijken.
We hebben een kickdrum met een geweldig, groot, laag geluid rond de 100 Hz en een aanval
die bijna dood is bij 4 kHz. In dit voorbeeld zou u een brede bandbreedte in de lage
frequentieband gebruiken, gecentreerd op 100 Hz, en een smalle bandbreedte versterkt
op 4 kHz. Op deze manier accentueer je het beste en bagatelliseer je al het andere dat deze
specifieke kickdrum te bieden heeft.
AudioBox™ iOne en iTwo
Gebruikershandleiding
39