Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie en bediening
Lees dit hoofdstuk helemaal door voordat u de machine
installeert of gebruikt.
Gebruiksomstandigheden
Dit apparaat is geschikt voor gebruik in een industriële
omgeving. Toch is het belangrijk dat er eenvoudige
preventieve maatregelen worden genomen om de
machine een lange levensduur en een betrouwbare
werking te geven.
Plaats de machine niet op een ondergrond met een
hoek van meer dan 15°.
Gebruik dit apparaat niet voor het ontdooien van
waterleidingen.
Deze machine moet worden geplaatst op een plek
waar sprake is van een vrije circulatie van schone
lucht zonder beperkingen voor de beweging van lucht.
Dek een ingeschakelde machine niet af met papier,
doeken of iets dergelijks.
Zorg dat er zo weinig mogelijk stof en vuil in de
machine wordt gezogen.
Deze
machine
beschermingsklasse. Houd het apparaat zo veel
mogelijk droog en plaats het niet op vochtige grond of
in plassen.
Plaats de machine uit de buurt van radiogestuurde
machines. Bij normale werking kan de apparatuur
ervoor zorgen dat radiogestuurde machines in de
buurt minder goed werken, wat kan leiden tot letsel of
schade aan de apparatuur. Lees het hoofdstuk over
elektromagnetische compatibiliteit in deze handleiding.
Gebruik de machine niet op plaatsen met een
omgevingstemperatuur van meer dan 40 °C.
Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur van de machine is het percentage van
de tijd (in een cyclus van 10 minuten) dat een lasser de
machine kan gebruiken bij een aangegeven lasstroom.
Voorbeeld: 60% inschakelduur:
6 minuten lassen.
Wanneer de apparatuur langer is ingeschakeld, wordt
het thermische-beveiligingscircuit geactiveerd.
Minuten
Aansluiting van de voedingsspanning
Controleer de primaire voeding van de (spanning / fase en
frequentie)
van
de
draadaanvoerkoffer aangesloten wordt. De toelaatbare
voedingsspanning vanaf de stroombron staat aangegeven
op het typeplaatje van de draadaanvoerkoffer. Controleer
of de draadaanvoerkoffer juist geaard is via de
stroombron.
Nederlands
behoort
tot
de
4 minuten pauze.
of verlaag de
inschakelduur
stroombron
waarop
Bediening en functies
7
2
4
9
5
1. EUROconnector: Voor aansluiting van de lastoorts.
2. Regelaar Draadsnelheid WFS (Wire Feed Speed):
Deze biedt controle over de draadaanvoersnelheid
IP23-
binnen het bereik van 1.0 tot 20 m/min.
Deze draadaanvoerkoffer is voorzien van een
draadsnelheid-startregeling. Bij de draadaanvoer voor
de lasboog ontstoken is en gedurende de koude
draadaanvoer
geregeld met knop [16] Inch-snelheid.
3. Regelaar lasspanning: Voor een traploze instelling van
de gebruikte lasspanning mogelijk.
4. Schakelaar afstandbediening: Schakelt tussen de
regelaar lasspanning op de draadaanvoerkoffer [3] of
de regelaar lasspanning op de afstandbediening.
5. Stekkerdoos afstandbediening: Wanneer een
afstandbediening gebruikt wordt, moet deze
op deze stekkerdoos aangesloten worden
(zie ook de sectie acessoires).
6. Snelkoppingen (alleen voor watergekoelde modellen):
Voor aansluiting van watergekoelde toortsen.
Warm water van de toorts.
Koud water naar de toorts.
7. Digitaal Display A: Toont de actuele lasstroom (in A),
en houdt deze vast na het stoppen met lassen. Dit
display toont de gemiddelde waarde van de lasstroom.
8. Digitaal Display V: Toont de actuele lasspanning (in
V), na het lassen toont deze de gemddelde spanning.
deze
9. Dinse-connector: Voor het aansluiten van een
elektrode houder, tbv het elektrodelassen.
5
8
3
1
6
WAARSCHUWING
wordt
de
draadaanvoersnelheid
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
