Inhoudsopgave
Advertenties
4.2 Toevoegen van schakelmomenten op het instelmenu
Sturing (1)
1 vlotter voor pomp uit
n
1 vlotter voor pomp 1 aan
n
1 vlotter voor alarm
n
alarm
aan/uit
Startvertraging
De ingestelde startvertraging is alleen na een stroomuitval
van kracht (is relevant bij meerdere installaties).
Bij alle volgende starts zullen de pompen weer via de
niveaus ingeschakeld worden.
Nalooptijd
De nalooptijd steld de pomp in staat om lager dan het
ingestelde niveau weg te pompen. Dit is vooral van
toepassing bij grote opvoerhoogtes zodat de er minder
inhoud van de persleiding terugstroomt en de keerklep
geruislozer sluit.
Looptijd controle
In het menu kan de maximale looptijd worden ingesteld.
Af fabriek is deze op 0 ingesteld. Dit houdt in dat deze
instelling niet geactiveerd is. Wanneer een waarde van 1 -
60 wordt ingesteld zal de pomp bij het overschrijden van
de ingestelde waarde worden uitgeschakeld en wordt een
alarmmelding gegeven, tevens verschijnt de bijbehorende
foutmelding op het display. De pomp zal pas weer in
werking treden wanneer in het menu de "fout" is weg-
genomen. De looptijdcontrole heeft betrekking op de
instellingen "automatisch" en "Handmatig"
Vermogens begrenzing (Max. vermogen)
Deze kan gewoon als het nominale vermogen van de
betreffende pomp worden ingesteld. (of tot 30% meer).
De software in de schakelkast hanteert een zekere
procentuele afwijking van de ingestelde waarde, en gebruikt
daarvoor acceptabele afwijkingen. Deze treedt in werking
bij een I² / t om te voorkomen dat al bij het inschakelen van
de pomp de ingestelde waarde wordt overschreden.
Bij pompen welke af fabriek reeds zijn voorzien van een
thermische beveiliging kan deze instelling worden
gedeactiveerd. De „Thermische fout 2" kan niet via het
menu worden uitgeschakeld.
alarm
alarm
aan
aan
uit
uit
Het opslaan van foutmeldingen
De laatste foutmelding welke is opgetreden wordt auto-
matisch opgeslagen, ook als de stroom uitvalt. Dit is te vinden
onder menu "laatste storing". Wanneer deze storing via het
menu is opgeroepen, kan deze ook uit het menu verwijderd
worden.
ATEX Instelling
Voor pompen die in een in Ex-omgeving worden toegepast,
moet de ATEX-instelling in het menu worden geactiveerd.
De ATEX-beveiliging verhindert een activering van de pomp
door = handmatige instelling of via een afstandsbediening,
zolang het uitschakelniveau nog niet bereikt is.
Wanneer de pomp via nalooptijd of "handmatig"
ingeschakeld wordt als het uitschakelniveau wel
is bereikt. De Handmatige inschakeling wordt na
2 minuten automatisch afgebroken. Wanneer de
ATEX beveiliging het inschakelen van de pomp
verhinderd verschijnt in het display : "ATEX niveau
onder uitschakelniveau".
Fout geheugen
De laatste 4 fouten die zijn opgetreden, blijven zichtbaar
en worden opgeslagen in het menu onder "Laatste fout".
Let op!
Laatste storing 1 is de laatste storing die is opgetreden.
Als 1 wordt opgeroepen in het menu Laatste storingen,
deze meldingen kunnen d.m.v. indrukken van de
bevestigingstoets uit het geheugen worden gewist.
Draairichting controle
De draairichting controle bewaakt zowel de fase volgorde als
de afwezigheid van een fase. Als er een fasefout optreedt,
worden de pompen geblokkeerd, wordt een alarm afgegeven
en verschijnt op het display de melding"draairichtingfout".
De draairichting controle kan via het menu worden
geactiveerd en gedeactiveerd worden. Bij gebruik van 1 fase
motoren moet de draairichting controle "uitgeschakeld" zijn.
ACO MultiControl mono
9
Advertenties
Inhoudsopgave
