Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nikon SB-600 Gebruikershandleiding pagina 47

Inhoudsopgave

Advertenties

●●●
De zoomkoppositie manueel instellen
Wanneer de SB-600 gebruikt wordt met camera's van de groepen III tot VII in
combinatie met een objectief zonder CPU, of als u de zoomkop in een stand
wilt zetten die niet overeenkomt met de brandpuntsafstand, moet u de
zoomkoppositie manueel instellen door de s knop in te drukken.
• Terwijl u de zoomkop manueel in de gewenste stand zet, verschijnt een kleine M boven
de "ZOOM" indicatie op het LCD-scherm.
• Telkens als u op de s knop drukt, krijgt u een andere zoomkoppositie te zien, zoals
hieronder aangegeven:
• Als de combinatie camera/objectief compatibel is met de bekrachtigde-zoomfunctie,
verandert de positie van de zoomkop als volgt, wanneer er een 35 mm-objectief op
gemonteerd is:
• Zet bij voorkeur de zoomkop in de stand die overeenkomt met de brandpuntsafstand
van het gebruikte objectief of met de dichtste groothoekstand. Selecteer bijv. de 50 mm-
instelling als u een 60 mm-objectief gebruikt.
t De bekrachtigde zoomfunctie uitschakelen via het menu van de
persoonlijke instellingen
De bekrachtigde zoomfunctie kan uitgeschakeld worden in de modus persoonlijke
instellingen (blz. 53). Wanneer de bekrachtigde zoomfunctie uitgeschakeld is, kan
de zoomkop met de hand ingesteld worden. De aanduiding van de zoomkopstand
verandert evenwel niet, ook al zoomt het objectief in
of uit, wordt het objectief vervangen of wordt de ON/OFF
knop ingedrukt.
• Wanneer de powerzoomfunctie geannuleerd wordt, gaat er
altijd een kleine M knipperen op het LCD-scherm.
• Telkens als u op de s knop drukt, krijgt u een andere
zoomkoppositie te zien, zoals hieronder aangegeven:
t Gebruik van de ingebouwde groothoekflitsadapter
Gebruik de ingebouwde groothoekflitsadapter wanneer u fotografeert met een
14 mm tot 23 mm objectief (blz. 76).
• Bij gebruik van de groothoekflitsadapter wordt de zoomkoppositie automatisch
afgestemd op 14 mm en wordt de powerzoomfunctie uitgeschakeld.
• Bij gebruik van een 14 mm of 17 mm objectief verschilt de afstand tussen de camera en
het onderwerp doorgaans sterk van de afstand van het beeldmidden tot de beeldrand,
zodat in sommige gevallen de opname aan de randen onderbelicht kan zijn.
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave