1
De batterijen inbrengen
v Geschikte batterijen
Gebruik vier penlichtbatterijen van het type AA (1,5 V of minder) van een van
de onderstaande soorten:
(1) Alkaline-mangaan (1,5 V)
(4) NiCd (heroplaadbaar, 1,2 V)
(5) Ni-MH (nikkel metaalhydride) (heroplaadbaar, 1,2 V)
• Wanneer u de batterijen vervangt, breng dan vier nieuwe batterijen in van hetzelfde merk.
• Carbon-zink batterijen worden niet aanbevolen.
• Hou altijd reservebatterijen bij de hand als u op reis gaat.
• Voor meer bijzonderheden over de batterijen, zie het hoofdstuk "Wenken bij het gebruik
van batterijen" (blz. 86).
OPGELET!
• Gebruik geen batterijen die niet in deze gebruikshandleiding vermeld
staan: zij zouden kunnen ontploffen, lekken of vuur vatten.
• Gebruik geen verschillende types of merken van batterijen door elkaar,
en gebruik ook geen nieuwe en oude batterijen door elkaar. Zij zouden
immers kunnen ontploffen, lekken of vuur vatten.
• Niet-heroplaadbare batterijen mogen vooral niet terug worden opgeladen
in een batterijlader. De batterijen zouden immers kunnen beginnen
lekken of warmte afgeven.
18
1
Open het deksel van het batterijvak
volgens de aangeduide pijlen.
Breng de batterijen in met de i en j
2
polen in de hiernaast aangeduide richting.
Sluit het deksel door het op zijn plaats te
schuiven terwijl u het naar beneden duwt.
(2) Lithium (1,5 V)
(3) Nikkel (1,5 V)