Basisbedieningsmethoden
SMAW
Deze lasmodus is een modus met constante stroom (CC
constant current) met continue regeling van 18 – 815
amp (voor Flextec™650) en van 15 – 500 amp (voor
Felxtec™450).. Deze modus is bedoeld voor SMAW
stick lasprocessen en booggutsen.
Uitgangsregeling Local/Remote – Als de regelknop op
"LOCAL" ingesteld is (geen afstandspotentiometer/-
regeling in de 6-pins of 14-pins connector gestoken)
wordt de uitgang geregeld door de uitgangsregelknop
aan de voorkant van de FLEXTEC™ 450&650. Zet
deze schakelaar op "REMOTE" als er een externe
potentiometer/regeling aangesloten is.
•
Als er een afstandspotentiometer aangesloten is,
gedragen de uitgangsregeling op de
FLEXTEC™450&650 en het afstandssysteem zich
volgens een master/slave configuratie. Gebruik de
regelknop op de FLEXTEC™ 450&650 om de
maximale lasstroom in te stellen. Het
afstandssysteem regelt de uitgang van het minimum
tot het vooringestelde maximum.
Hot Start - Met de Hot Start regelknop wordt de
startstroom geregeld wanneer de boog wordt gestart.
Hot Start kan op "0" (voor Flextec™650) en "Off" (voor
Felxtec™ 450) gezet worden en dan wordt er geen extra
stroom toegevoegd als de boog wordt gestart. Voor
Flextec™ 650: Door dit van 0 tot 10 te verhogen wordt
de extra stroom verhoogd (ten opzichte van de
vooringestelde stroom) die toegevoegd wordt als de
boog wordt gestart. Alleen voor de Flextec 450,
wanneer de schakelaar staat ingesteld op "Aan" wordt er
extra vermogen (afhankelijk van het reeds
vooringestelde vermogen) gegeven tijdens het ontsteken
van de lasboog.
Arc Control – Met de Boogregelknop wordt de Arc
Force (boogspanning) geregeld om de kortsluitstroom af
te stellen. De minimum instelling (-10) zorgt voor een
"zachte" boog en veroorzaakt een minimum aan spatten.
De maximum instelling (+10) zorgt voor een "crisp"
harde lasboog en hierdoor wordt het vastkleven van de
elektrode verminderd.
Lasklemmen On/Remote – Stel dit op "ON" in waarna
het apparaat in lasklare staat is.
Spanningsmeter – Deze meter zal drie streepjes
weergeven als het apparaat in de stationaire stand staat.
Dit geeft aan dat de spanning in deze lasmodus niet
ingesteld kan worden. Als de uitgang ingeschakeld is zal
de huidige lasspanning weergegeven worden. Na het
lassen houdt de meter de huidige spanningswaarde nog
5 seconden vast. Afstellen van de uitgang tijdens de
"Hold" periode leidt tot de kenmerken van "vóór de
werking" zoals hierboven vermeld. Als het display
knippert dan geeft dit aan dat het apparaat in de "Hold"
periode staat.
Nederlands
Uitgangsregelknop
•
Als de Local/Remote regelknop op "LOCAL" is
ingesteld, wordt met deze regelknop de
lasampèresterkte ingesteld.
•
Als de Local/Remote regelknop op "REMOTE" is
ingesteld, wordt met deze regelknop de maximale
lasampèresterkte ingesteld. Met een
afstandspotentiometer wordt de ampèresterkte van
het minimum tot dit vooringestelde maximum.
Spanningsmeter – Deze meter zal de vooringestelde
lasstroom weergeven als het apparaat in de stationaire
stand staat. Na het lassen houdt de meter de huidige
ampèrewaarde nog 5 seconden vast. Afstellen van de
uitgang tijdens de "Hold" periode leidt tot de kenmerken
van "vóór de werking" zoals hierboven vermeld. Als het
display knippert dan geeft dit aan dat het apparaat in de
"Hold" periode staat.
GTAW
Deze lasmodus is een modus met constante stroom (CC
constant current) met continue regeling van 10 – 815
amp (voor Flextec™ 650) en 10 – 500 amp (voor
Flextec™ 450). Deze lasmodus is bedoeld voor GTAW
TIG lasprocessen.
Hot Start - Met Hot Start wordt de stroom voor het
starten van de boog geregeld. Een instelling van +10
leidt tot de meest positieve boogstart. Alleen voor de
Flextec 450, wanneer de schakelaar staat ingesteld op
"Aan" wordt er extra vermogen (afhankelijk van het
reeds vooringestelde vermogen) gegeven tijdens het
ontsteken van de lasboog.
Arc Control – Deze regeling wordt niet gebruikt bij de
GTAW modus.
Lasklemmen On/Remote
•
Wanneer ingesteld op de "ON" stand staan de
lasklemmen op OCV (Open Spanning) en zijn ze
klaar om te lassen.
•
Wanneer ingesteld op de "REMOTE" stand wordt de
uitgang ingeschakeld door middel van een
afstandstoortsschakelaar.
Ampèremeter – Deze meter zal drie streepjes
weergeven als het apparaat in de stationaire stand staat.
Dit geeft aan dat het amperage in deze toestand niet
ingesteld kan worden. Als de machine is ingeschakeld
zal het gebruikte amperage worden getoond in de
display. Na het lassen houdt de meter dit amperage nog
5 seconden vast. Instellen van het amperage tijdens de
"Hold" periode leidt tot de kenmerken van "vóór de
werking" zoals hierboven vermeld. Als het display
knippert dan geeft dit aan dat het apparaat in de "Hold"
periode staat.
Spanningsmeter – Deze meter zal de vooringestelde
lasstroom weergeven als het apparaat in de stationaire
stand staat. Na het lassen houdt de meter de huidige
ampèrewaarde nog 5 seconden vast. Afstellen van de
uitgang tijdens de "Hold" periode leidt tot de kenmerken
van "vóór de werking" zoals hierboven vermeld. Als het
display knippert dan geeft dit aan dat het apparaat in de
"Hold" periode staat.
13
Nederlands