Het gebruik van uw scootermobiel
Remmen
Om de scootermobiel te stoppen
laat u eenvoudig de
snelheidscontrolehendel los
(Fig.18), terwijl u de handen aan
het stuur houdt. Twee remtypes
schakelen automatisch in:
(a) Motorrem, welke de
scootermobiel afremt naar
stilstand.
(b) Automatische schijfrem, welke
een korte periode werkt, nadat
de snelheidscontrolehendel
losgelaten is. Deze houdt de
scootermobiel in positie, ook als
u op een helling rijdt.
Parkeerrem (indien gemonteerd)
Sommige modellen zijn uitgerust
met een extra, handbediende
parkeerrem, die uit- en
ingeschakeld kan worden vanuit
zittende positie. De rem werkt net
als een handrem op een fiets en is
gemonteerd op het stuur. Om de
rem te bedienen trekt u de hendel
naar u toe (Fig. 18).
Aan/Uit
Snelheidscontrolehendel
Fig. 18
Noodstop
In het onwaarschijnlijke geval dat
de scootermobiel ongewild gaat
bewegen, zorgt het indrukken van
de Aan/Uit schakelaar of het
uitschakelen met de contactsleutel
(Fig. 17) ervoor dat de
scootermobiel door het maken van
een noodstop tot stilstand komt.
Waarschuwing: De zeer
effectieve noodstop is extreem
abrupt en wordt niet aanbevolen
tijdens normaal gebruik.
17
Kontakt sleutel
Parkeerrem