Het gebruik van uw scootermobiel
Accuconditiemeter
Snelheidsregeling
Verlichting
Claxon
Snelheids controlehendels
Fig.17
Verzeker u er voordat u gaat rijden
van, dat de stoel op de juiste
hoogte is afgesteld, het
schuifmechanisme van de stoel
(optioneel) vergrendeld is en de
hoek van de stuurkolom in de juiste
stand is afgesteld (zie pag.14).
Het bedienen van de
scootermobiel
1. Steek de sleutel in het
contactslot (Fig. 17) en draai de
sleutel met de klok mee.
2. Schakel de spanning in door de
Aan/Uit schakelaar één keer in
te drukken.
3. Gebruik de snelheidsregelknop
om de gewenste snelheid te
selecteren, Zie pag. 16.
Snelheidscontrolehendels
1. De snelheidscontrolehendel
(Fig. 17) regelt de snelheid van
de scootermobiel. Hoe verder
de hendel is aangetrokken of
ingedrukt, hoe sneller u gaat
rijden, tot u de maximum
geselecteerde snelheid bereikt
heeft. Dit kan vergeleken worden
met een gaspedaal van een auto.
De snelheidsregelhendel is zo
ontworpen dat de scootermobiel
met één hand bediend kan worden,
door gebruik te maken van een
combinatie van de duim- en vinger
controlehendels.
2. Om vooruit te rijden trekt u de
groen gemarkeerde (vinger)
controlehendel naar u toe, of
drukt u de groen gemarkeerde
(duim) controlehendel van u af.
3. Om te stoppen laat u de
snelheidshendel los.
4. Om achteruit te rijden volgt u
dezelfde procedure, terwijl u
gebruik maakt van de geel
gemarkeerde hendels.
16
Richtingaanwijzers
Kontakt sleutel
Aan/Uit
Parkeerrem
Stuur