Brandstof
N.B.! Uw machine is uitgerust met een twee-takt motor;
gebruik steeds met twee-takt motorolie vermengde benzine.
Om zeker te zijn van de juiste mengverhouding, is het erg
belangrijk dat u de oliehoeveelheid steeds nauwkeurig
afmeet. Als u kleine brandstofhoeveelheden mengt, hebben
zelfs kleine afwijkingen van de juiste oliehoeveelheid een
grote invloed op de mengverhouding.
WAARSCHUWING! Zorg steeds voor een
!
goede ventilatie bij het vullen en hanteren
van brandstof.
Benzine
N.B.!
Gebruik altijd met olie gemengde kwaliteitsbenzine (minimaal
90 octaan). Indien uw machine met een katalysator is
uitgerust (zie hoofdstuk Technische gegevens) moet altijd een
loodvrije met olie gemengde kwaliteitsbenzine worden
gebruikt. Gelode benzine beschadigt de katalysator.
•
Het aanbevolen laagste octaangehalte is 90. Als men de
motor laat draaien op benzine met een lager
octaangehalte dan 90 kan dit tot zogenaamd kloppen
leiden. Hierdoor stijgt de motortemperatuur wat tot zware
motorbeschadigingen kan leiden.
•
Als men voortdurend met een hoog toerental werkt, is het
aan te raden een hoger octaangehalte te gebruiken.
Tweetaktolie
•
Voor het beste resultaat en de beste werking raden we
aan HUSQVARNA tweetaktolie te gebruiken, die speciaal
ontwikkeld is voor onze tweetaktmotoren.
Mengverhouding 1:50 (2%).
•
Indien er geen HUSQVARNA twee-takt olie verkrijgbaar
is, dient u een andere olie van goede kwaliteit en bedoeld
voor luchtgekoelde motoren te gebruiken. Neem contact
op met uw dealer voor de keuze van olie. Mengverhouding
1:33 (3%).
•
Gebruik nooit twee-takt olie die bedoeld is voor
watergekoelde buitenboordmotoren, zogenaamde
outboardoil.
•
Gebruik nooit olie bedoeld voor vier-takt motoren.
Tweetaktolie, liter
Benzine, liter
2% (1:50)
5
0,10
10
0,20
15
0,30
20
0,40
12 –
Dutch
BRANDSTOFHANTERING
3% (1:33)
0,15
0,30
0,45
0,60
Mengen
•
Meng de benzine en olie altijd in een schone jerrycan die
goedgekeurd is voor benzine.
•
Begin altijd met de helft van de benzine die gemengd
moet worden erin te gieten. Giet er daarna de gehele
oliehoeveelheid bij. Meng (schud) het brandstofmengsel.
Giet er de resterende hoeveelheid benzine bij.
•
Meng (schud) de brandstofhoeveelheid goed voor u de
brandstoftank van de machine vult.
•
Meng niet meer brandstof dan voor max. 1 maand nodig
is.
•
Als u de machine gedurende een langere tijd niet gebruikt,
moet u de brandstoftank leeg maken en hem
schoonmaken.
Tanken
WAARSCHUWING! Om het risico op brand te
!
verminderen, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen:
Rook niet of plaats geen warme voorwerpen
in de buurt van de brandstof.
Tank nooit terwijl de motor draait.
Stop de motor en laat hem voor het tanken
enkele minuten afkoelen.
Open de dop van de tank voorzichtig
wanneer u wilt tanken zodat eventuele
overdruk langzaam verdwijnt.
Draai de dop van de tank goed vast na het
tanken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
•
Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats
voor u de motor start.
•
Maak de omgeving rond de tankdop schoon.
Verontreinigingen in de tank kunnen defecten
veroorzaken.
•
Zorg ervoor dat de brandstof goed gemengd is door de
jerrycan te schudden voor u de tank vult.