Tafel 4.
Percentage piekstroom: Deze
functie stelt de hoeveelheid tijd in
die de golfvorm van de impuls
doorbrengt op de instelling van de
piekstroom. Deze functie wordt
ingesteld als percentage van de
totale tijd voor de cyclus van de
impuls.
Impulsen-Per-Seconde: Stelt het
totaal aantal impulscycli in per
seconde.
Percentage
Achtergrondstroom:
achtergrondstroomsterkte in van
de
achtergrondstroomsterkte
ingesteld als een percentage van
de piekstroomsterkte.
Regeling van de hoofdstroomsterkte:
Met de knop voor de hoofdstroomsterkte kunt u de
hoofdstroomsterkte snel instellen. Met deze functie
kunnen gebruikers snel het deel van de sequencer van de
U/I verlaten, zodat deze niet door alle mogelijke
sequencerfuncties
hoeft
hoofdstroomsterkte in te stellen of het menu Sequencer te
verlaten.
Daarnaast heeft de knop nog diverse andere functies.
In het hoofdstuk Bedieningsinstructies leest u hoe u met
deze knop allerlei parameters kunt instellen.
Displays:
Het display rechts toont de vooringestelde lasstroom
(in ampère) voor het lassen en de feitelijke lasstroom
tijdens het lassen. De linkermeter op het display toont de
spanning (in volt) bij de uitgangskabels.
Een knipperende stip op beide displays geeft aan dat het
display de gemiddelde waarde van de vorige lashandeling
weergeeft. Deze gemiddelde waarde blijft 5 seconden
zichtbaar na elke las.
Als er een afstandsbediening is aangesloten (zoals
aangeduid met de betreffende led), dan geeft het display
links (A) de ingestelde en feitelijke lasstroom aan, zoals
beschreven in de bovenstaande beschrijving getiteld
'Lampje afstandsbediening'.
De displays worden gebruikt om tijdens het instellen van
parameters de naam en de waarde ervan aan te geven.
Ze worden ook gebruikt voor menuaanduiding en het
weergeven van foutcodes.
Nederlands
Stelt
de
impulsgolfvorm.
De
wordt
te
bladeren
om
de
Geheugenselectie:
Met de functie Geheugen kan de gebruiker tot
9 specifieke lasprocedures opslaan. De knop Geheugen
heeft twee functies:
1. Geheugeninstellingen opslaan
2. Geheugeninstellingen oproepen.
Geheugenfuncties kiezen: Als de gebruiker op de
geheugenknop drukt, kan de gebruiker afwisselend kiezen
tussen
een
geheugeninstelling
geheugeninstelling "oproepen", of werken zonder een
geheugeninstelling te gebruiken.
1. 1 keer op het pictogram "M" drukken, pictogram
OPSLAAN aan.
2. 2 keer op het pictogram "M" drukken, pictogram
OPROEPEN aan.
3. Als u 3 keer op het pictogram drukt, gaat het
display uit
Geheugeninstellingen bewaren:
Wanneer u de procesinstellingen wilt opslaan in een
geheugen, moet u eerst op de knop Geheugen drukken,
zodat het pictogram Opslaan in geheugen brandt. Als het
lampje brandt, knippert het nummer op het scherm om
aan te geven dat dit nummer kan worden veranderd door
de regelknop er onder te draaien en de knoppen voor de
spanning en de stroomsterkte "MEM SET" aangeven. Als
het gewenste geheugen met behulp van de regelknop is
gekozen, dan slaat u de instellingen daar op door de
geheugenknop 3 seconden ingedrukt te houden. Tijdens
die 3 seconden knippert het pictogram voor Opslaan in
het geheugen. Na 3 seconden geven de displays aan:
"MEM SAVE".
BEDIENING:
1. Druk op de knop Geheugen om het pictogram voor
"Opslaan in geheugen" te laten branden;
2. Draai de Regelknop om een geheugen te kiezen;
3. Houd de geheugenknop 3 seconden ingedrukt.
Geheugeninstellingen oproepen:
Wanneer u de procesinstellingen wilt oproepen, moet
u eerst op de knop Geheugen drukken, zodat het
pictogram "Oproepen uit geheugen" brandt. Als het
brandt, knippert het nummer op het scherm om aan te
geven dat dit nummer kan worden veranderd door de
regelknop eronder te draaien en de knoppen voor de
spanning en de stroomsterkte "MEM RECL" geven aan.
Als u het gewenste geheugen hebt gekozen met behulp
van de regelknop, dan moet u de geheugenknop
3 seconden ingedrukt houden. Tijdens die 3 seconden
knippert het pictogram voor "Oproepen uit geheugen". Na
3 seconden geven de displays aan: "RECL MEM".
12
"opslaan"
en
een
Nederlands