Als de automatische uitschakeling niet
geactiveerd is, knipperen de controle-
lampjes van ventilatorstanden "I" en "IV".
^ Om de automatische uitschakeling te
activeren, drukt u op de toets "+".
De controlelampjes van de
ventilatorstanden "I" en "IV" blijven
branden.
Om te desactiveren drukt u op de
toets "-".
^ Bevestig het proces met de toets
voor de nawerkfunctie.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na
het instellen, dan neemt het toestel de
"oude" instelling over.
De wasemkap laten nawerken
Zowel bij werking met luchtafvoer als
met luchtcirculatie is het raadzaam om
de ventilator na het koken nog enkele
minuten te laten werken.
Op die manier wordt de lucht in de keu-
ken van overgebleven dampen en
geurtjes gezuiverd.
Met de nawerkfunctie wordt de ventila-
tor na een bepaalde tijd automatisch
uitgeschakeld.
^ Om het toestel te laten nawerken,
drukt u op de toets voor de
nawerkfunctie terwijl de ventilator in
werking is.
– 1 x drukken: de ventilator wordt na 5
minuten uitgeschakeld (linkerlampje)
– 2 x drukken: de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld
(rechterlampje)
Druk nog eens op de toets voor de
nawerkfunctie om de functie uit te scha-
kelen. De ventilator wordt niet automa-
tisch uitgeschakeld.
De ventilator uitschakelen
^ Schakel de ventilator uit met de toets
Aan/Uit.
Het controlelampje gaat uit.
Bediening
15