n
Eventueel aanwezige aanraakbescherming
(rooster) voor bewegende delen mag niet
worden verwijderd bij een apparaat dat in
bedrijf is.
n
De bediening van apparaten of componenten
met zichtbare defecten of beschadigingen is
verboden.
n
Het aanraken van bepaalde onderdelen of
componenten van de apparaten kan brand-
wonden of letsel veroorzaken.
n
De apparaten of componenten mogen niet
worden blootgesteld aan mechanische belas-
ting, extreme vochtigheid of extreme tempera-
turen.
n
Alle delen van de behuizing en openingen, bijv.
luchtin- en uitgangen, moeten vrij zijn van
vreemde voorwerpen, vloeistoffen of gassen.
1.6 Veiligheidsvoorschriften voor
montage-, onderhouds en
inspectiewerkzaamheden
n
Bij het installeren, het repareren, het onder-
houden of het reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen worden
genomen om de van de apparaten uitgaande
gevaren voor personen te voorkomen.
n
Het opstellen, aansluiten en gebruik van de
apparaten en componenten moet volgens de
gebruiks- en bedrijfsomstandigheden uit de
gebruikshandleiding en de geldende lokale
voorschriften gebeuren.
n
Regionale verordeningen en wetten zoals de
wet op de waterhuishouding moeten in acht
worden genomen.
n
De elektrische voeding moet worden aange-
past aan de eisen van de apparaten.
n
De apparaten en componenten mogen niet
worden gebruikt op plaatsen met verhoogd
risico op beschadigingen. De minimale vrije
ruimte moet worden aangehouden.
n
De apparaten en componenten moeten vol-
doende veiligheidsafstand hebben ten opzichte
van ontvlambare, explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones en atmosferen.
n
De veiligheidsvoorzieningen mogen niet
worden veranderd of overbrugd.
1.7 Gevaren bij het niet-opvolgen
van de veiligheidsvoorschriften
Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften
kan zowel gevaar voor personen opleveren als
voor het milieu en voor apparatuur. Het niet-
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan
leiden tot het verlies van iedere aanspraak op
schadevergoeding.
In detail kan het niet-opvolgen van de voorschriften
bijvoorbeeld de volgende risico's opleveren:
n
Het uitvallen van belangrijke functies van de
apparatuur.
n
Het feit dat voorgeschreven methodes betref-
fende normaal en technisch onderhoud niet
werken.
n
Het in gevaar brengen van personen door elek-
trische en mechanische effecten.
1.8 Zelfstandige ombouw en
veranderingen
Het ombouwen of wijzigen van de apparaten of
componenten is niet toegestaan en kan storingen
veroorzaken. De veiligheidsvoorzieningen mogen
niet worden veranderd of overbrugd. De originele
reserveonderdelen en door de fabrikant geautori-
seerde accessoires zijn afgestemd op de vereiste
veiligheid. Het toepassen van andere onderdelen
kan leiden tot het vervallen van de aansprakelijk-
heid voor gevolgen daarvan.
1.9 Bedoeld gebruik
De vrijschakel-SD-kaart wordt gebruikt voor het
vrijschakelen van de Smart-Count functie.
Ander of verdergaand gebruik geldt als niet
bedoeld gebruik. Voor de hieruit voortvloeiende
schade is de fabrikant/leverancier van de machine
niet aansprakelijk. Het risico wordt uitsluitend door
de gebruiker gedragen. Bij het bedoeld gebruik
hoort ook het opvolgen van de bedienings- en
installatie-instructies en het aanhouden van de
onderhoudsbepalingen.
De in de technische specificaties opgegeven
grenswaarden mogen niet worden overschreden.
1.10
Garantie
Voorwaarde voor eventuele aanspraken op
garantie is, dat de inkoper of zijn afnemer tegelijk
met de verkoop en het in gebruik nemen, de bij het
apparaat meegeleverde "Garantieoorkonde" vol-
ledig ingevuld naar REMKO GmbH & Co. KG
teruggestuurd heeft. De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene verkoop- en leve-
ringsvoorwaarden". Daarnaast kunnen alleen
tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden. Neem
daarom eerst contact op met uw directe handels-
partner.
5