delta-T starten, delta-T stoppen: Hier kunt u het tempe-
ratuurverschil tussen zonnecollector en zonneboiler in-
stellen, waarbij de circulatiepomp zal starten en stoppen.
max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.: Hier
kunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler resp.
zonnecollector instellen, waarbij de circulatiepomp zal
stoppen. Dit om bescherming te bieden tegen te hoge
temperaturen in de zonneboiler.
Als de unit een antivriesfunctie, zonnepaneelkoeling
en/of passief/actief opladen heeft, kunt u dat hier active-
ren. Als de functie geactiveerd is, kunt u daar instellingen
voor invoeren. "zonnepaneelkoeling", "passief opladen"
en "actief opladen" kunnen niet worden gecombineerd.
Er kan slechts één functie geactiveerd worden.
antivriesbescherming
antivriestemperatuur: Hier kunt u de temperatuur in de
zonnecollectoren instellen, waarbij de circulatiepomp
moet starten om bevriezing te voorkomen.
zonnepaneelkoeling
koeling zonnecollector start: Als de temperatuur in de
zonnecollector hoger is dan deze instelling, terwijl tege-
lijkertijd de temperatuur in de zonneboiler hoger is dan
de ingestelde maximumtemperatuur, wordt de externe
functie voor koeling geactiveerd.
passief opladen
inschakeltemperatuur: Als de temperatuur in het zonne-
paneel hoger wordt dan deze instelling, wordt de functie
geactiveerd. Maar de functie wordt een uur lang geblok-
keerd als de temperatuur van de brine-vloeistof die de
warmtepomp (BT10) instroomt, hoger wordt dan de in-
gestelde waarde voor "max. bron in" in menu 5.1.7.
uitschakeltemperatuur: Als de temperatuur in het zonne-
paneel lager wordt dan deze instelling, wordt de functie
geactiveerd.
actief opladen
activeren dT: Als het verschil tussen de temperatuur in
het zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van de brine-
vloeistof die de warmtepomp (BT10) instroomt, groter
is dan deze instelling, wordt de functie gedeactiveerd.
Maar de functie wordt een uur lang geblokkeerd als de
temperatuur van de brine-vloeistof die de warmtepomp
(BT10) instroomt, hoger wordt dan de ingestelde waarde
voor "max. bron in" in menu 5.1.7.
deactiveren dT: Als het verschil tussen de temperatuur
in het zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van de
brine-vloeistof die de warmtepomp (BT10) instroomt,
kleiner is dan deze instelling, wordt de functie gedeacti-
veerd.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
56
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
MENU 5.3.6 - STAPGESTUURDE
BIJVERWARMING
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
verschil bijverw.stappen
Instelbereik: 0 – 1000 GM
Standaardwaarde: 100 GM
max. stap
Instelbereik
(binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3
Instelbereik
(binaire stappen geactiveerd): 0 – 7
Standaardwaarde: 3
binaire stap
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Stel hier de stapgeregelde bijverwarming in. Een stap-
geregelde bijverwarming is bijv. een externe elektrische
ketel.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneer
de bijverwarming moet starten, om het max. aantal
toegestane stappen in te stellen en in te stellen of binai-
re stappen wel of niet moeten worden gebruikt.
Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben de
instellingen betrekking op lineaire stappen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
MENU 5.3.8 - WARMTAPWATERCOMFORT
activeren van mengklep
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
uitgaand warmtapwater
Instelbereik: 40 - 65 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Hier verricht u instellingen voor het warmtapwatercom-
fort.
NIBE F1255