Het contrast wordt verlaagd voor het reproduceren van nachtscènes.
Herfstbladeren:
Voor het opnemen van herfstscènes waarbij de rode en gele kleuren van de bladeren levendig worden
benadrukt.
Zwart-wit:
Voor het opnemen van beelden in zwart-wit.
Sepia:
Voor het opnemen van beelden in sepia.
Om [Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] in te stellen
[Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] kunnen worden ingesteld voor elk onderdeel van [Creatieve
stijl].
Selecteer een onderdeel om in te stellen met de rechter-/linkerkant van het besturingswiel, en stel
daarna de waarde in met de boven-/onderkant van het besturingswiel.
Contrast:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer het verschil tussen licht en schaduw wordt benadrukt,
en hoe groter het effect op het beeld.
Verzadiging:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe levendiger de kleur. Wanneer een lagere waarde wordt
geselecteerd, wordt de kleur van het beeld ingehouden en onderdrukt.
Scherpte:
Stelt de scherpte in. Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer de contouren worden benadrukt,
en hoe lager de geselecteerde waarde, hoe zachter de contouren worden gemaakt.
Voorkeursinstellingen registreren (Stijlvak)
Selecteer de zes stijlvakken (de vakken met de cijfers aan de linkerkant (
voorkeursinstellingen te registreren. Selecteer daarna de gewenste instellingen met de rechterkant
van het besturingswiel.
U kunt dezelfde stijl oproepen met iets andere instellingen.
Opmerking
[Standaard] wordt geselecteerd bij gebruik van de volgende functies:
[Slim automatisch]
[Superieur automat.]
[Scènekeuze]
[Foto-effect]
Als [Creatieve stijl] is ingesteld op [Zwart-wit] of [Sepia], kan [Verzadiging] niet worden ingesteld.
DSC-RX10
Opmerkingen aangaande het gebruik
4 -477-079-72(1)
Copyright 2013 Sony Corporation
226
) om de