Advertenties
2 .
B o v e n b e d i e n i n g
1. Noodstop knop. Sla de knop in om alle
functies te stoppen, trek de knop uit om
de machine te bedienen.
2. Claxon knop. Druk op de knop om de
claxon te laten horen. Laat
de knop los om dit te
stoppen. Voor aanvang van
het rijden op de claxon
drukken om mensen in uw omgeving te
waarschuwen.
3. Overlast waarschuwings licht. Als het
platform overbeladen wordt
gaat deze lamp knipperen
en de alarm pieper klinkt.
Alle functies worden
uitgeschakeld.
Zorg dat de last op het platform evenredig
verdeeld is. Het overlast systeem kan bij
onevenredig verdeelde last overlast
signaleren ook als de totale last niet boven
het maximum uitkomt. Het overlast
systeem kan ook vroegtijdig geactiveerd
worden in een koude omgeving.
4. Scheefstand lamp. Als de
machine scheef staat gaat
deze lamp branden.
5. Systeem error lamp. Deze
lamp knippert indien het
besturingssysteem faalt.
Tabel 4-1 Systeem faal indicatie
Led status
Oorzaak
Blijft branden
Activeringsschakelaar
is niet bedient
Knippert 2 x
1 van de aangedreven
wielen spint door
Fout in een rijmotor
Knippert 7 x
Gat rij beveiliging
komen niet uit.
Knippert
Het systeem is niet in
(anders dan
orde
bovenstaand)
Indien deze lamp brand worden alle functies
•
uitgeschakeld, laat alle knoppen los en
bedien de machine opnieuw.
Als deze lamp knippert controleer dan het
•
schermpje op de onderbediening om te zien
wat de melding is.
Deze lamp knippert ook als de
•
sleutelschakelaar aan gezet wordt of de
noodstop uitgetrokken ( de "aan" positie) In
deze gevallen is er geen systeem error.
Oplossing
Laat alle knoppen los
zodat de lamp
uitgaat. Bedien de
machine opnieuw
Laat alle knoppen los
zodat de lamp
uitgaat. Bedien de
machine opnieuw
Stop de machine en
schakel hulp in.
Controleer de gat rij
beveiliging
Stop de machine en
schakel hulp in.
25
Advertenties
