Micropilot FMR53, FMR54 FOUNDATION Fieldbus
8.
Setup → Niveau
Geeft het gemeten niveau L aan.
9.
Setup → Afstand
Toont de gemeten afstand van het referentiepunt R tot het niveau L..
10. Setup → Signaalkwaliteit
Toont de kwaliteit van de verwerkte niveau-echo.
11. Setup → Stoorecho-onderdrukking → Bevestig afstand
Vergelijk de afstand aangegeven op het display met de werkelijke afstand voor het
starten van het opnemen van een stoorecho-onderdrukking.
12. Setup → Uitgebreide setup →Niveau → Niveau-eenheid
Kies de niveau-eenheid: %, m, mm, ft, in (fabrieksinstelling: %)
De responstijd van het instrument wordt vooringesteld door de Tanktype-parameter.
Een aanvullende instelling is mogelijk in het submenu Uitgebreide setup.
10.6
Gebruikersspecifieke applicaties
Zie de separate documentatie voor details over het instellen van de parameters voor
gebruikersspecifieke applicaties:
BA01122F (bedieningshandleiding, FMR53/FMR54, FOUNDATION Fieldbus)
Voor het Expert-submenu zie:
GP01017F/00/EN (beschrijving van de instrumentparameters, FMR5x, FOUNDATION
Fieldbus)
11
Inbedrijfname (block-gebaseerde bediening)
11.1
Blockconfiguratie
11.1.1
Voorbereiding
1.
Schakel het instrument in.
2.
Let op de DEVICE_ID → 43.
3.
Open het FOUNDATION Fieldbus configuratieprogramma.
4.
Laad de Cff- en DD-bestanden in het host-systeem of het configuratieprogramma. Wees
er zeker van de juiste systeembestanden te gebruiken.
5.
Identificeer het instrument met de DEVICE_ID (zie punt 2). Ken de gewenste tagnaam
toe aan het instrument via de Pd-tag/FF_PD_TAG parameter.
11.1.2
Configuratie van het Resource Block
1.
Open het Resource Block.
2.
Schakel de vergrendeling voor instrumentbediening uit indien nodig.
Endress+Hauser
Inbedrijfname (block-gebaseerde bediening)
57