Glossarium
Ingestelde vertrektemperatuur en retourtemperatuur
De ingestelde vertrektemperatuur is de temperatuur tot
dewelke het verwarmingstoestel het water verwarmt dat
weer aan de verbruikers wordt overgedragen (bijv. radiato-
ren).
De retourtemperatuur is de temperatuur van het water dat
van de verbruiker terugstroomt naar het verwarmingstoes-
tel.
Instel- en actuele temperatuur
De insteltemperatuur betekent de gewenste temperatuur
voor een ruimte of voor warmwater.
Met daadwerkelijke temperatuur wordt de actuele tempera-
tuur van dat moment bedoeld.
Het is de taak van de verwarmingsregelaar de daadwerke-
lijke temperatuur aan te passen aan de insteltemperatuur.
Nachtverlaging
De nachtverlagingstemperatuur is de gewenste tempera-
tuur die de verwarming aanhoudt buiten het opwarmperio-
den (bijvoorbeeld 's nachts). Deze dient zo ingesteld te
worden dat de woning niet koud wordt en tevens energie
wordt bespaard.
Verwarmingstoestel
Met verwarmingstoestel wordt gewoonlijk de verwar-
mingsketel bedoeld. Het kan hier echter ook om een buf-
fertank gaan.
Omlooppomp SWW
Een Omlooppomp SWW zorgt ervoor dat er voortdurend
warm tapwater ter beschikking staat. Het warme water be-
vindt zich in de boiler. De Omlooppomp SWW stuwt het
door de drinkwaterleidingen op basis van het verwar-
mingsprogramma.
Recirculatie
De recirculatie dient ervoor een te groot temperatuurver-
schil tussen vertrek en retour naar het verwarmingstoestel
te verhinderen. Daar-voor wordt met een mengkraan in de
retourleiding een deel van het warme voorloopwater bi-
jgemengd, zodat binnen de verwarmingsketel geen water-
damp uit de opwarmgassen op de te koude warmteover-
dragers kan condenseren. De daarvoor benodigde
minimumtemperatuur binnen de verwarmingsketel is af-
hankelijk van de brandstof (olie 47 °C, gas 55 °C). Op de-
ze manier wordt het corrosiegevaar binnen de verwar-
mingsketel aanzienlijk beperkt.
Glossarium
73