Deel 2: Overzicht van aanduiding en instelwaarden
Warmwater
Aanduiding
Instelbereik
LAADPMPBLOK
00,01 (UIT/AAN)
POMP-PARA *)
00, 01, 02, 03
T-KETEL WW
00 K – 50 K
HYST WW
5 K – 30 K
WW-NALOOP
00min – 30min
THERMINGANG
00,01 (UIT/AAN)
THERMFUNCTIE 00,01 (UIT/AAN)
DOORLADEN
00. 01 (UIT/AAN)
Menu verlaten door Ä
TERUG
LAADPMPBLOK (Laadpompblok)
De vulpomp wordt pas ingeschakeld als de
warmtebrontemperatuur 5 K boven de boilertemperatuur
komt. Zij wordt uitgeschakeld als de warmtebrontemperatuur
onder de boilertemperatuur komt. Hierdoor wordt het afkoelen
van de boiler door de warmtebron aan het begin van de
warmwaterbereiding verhinderd.
POMP-PARA (pompen parallelloop)
*) Functie met [CoCo2 Ind.03] => 02 = 03;
Standaard
EW
met CoCo1/CoCo2 (< Ind. 03) => 01 = 00 en 02 = 03
01 = AAN
00 => Warmwatervoorrangsbedrijf: Bij warmwaterbereiding
01
worden de stookkringen geblokkeerd. De mengventielen gaan
dicht en de stookkringpompen schakelen uit.
20 K
01 => Deelvoorrang WW: Bij warmwaterbereiding worden de
5 K
stookkringen geblokkeerd. De mengventielen gaan dicht en
00 min
de stookkringpompen schakelen uit. De mengkringen worden
weer vrijgegeven als de warmwaterbron de gewenste
00 = UIT
warmwatertemperatuur + warmtebronverhoging
00 = UIT
[T-WARMWATER + T-WP-SWW] bereikt heeft. Als de
warmtebrontemperatuur weer met de schakelhysteresis
00 = UIT
[HYST WW] onder de vrijgavetemperatuur komt, dan worden
de mengkringen weer geblokkeerd.
02 => Pompparallelloop: Bij warmwaterbereiding wordt alleen
de directe stookkring geblokkeerd. De mengkringen worden
verder verwarmd. De warmwaterbereiding wordt door deze
functie verlengd.
03 => Pompparallelloop ook voor de directe stookkring: Bij
warmwaterbereiding worden alle stookkringen verder
verwarmd. De warmwaterbereiding wordt door deze functie
verlengd. Als de warmtebrontemperatuur 8K boven de
maximale aanvoertemperatuur van de directe stookkring
komt, dan wordt de stookkringpomp van deze kring
uitgeschakeld (beveiliging tegen oververhitting). De
MENU MONTEUR
43