Deel 3: Algemene functiebeschrijvingen
EEPROM-Check
Om de 10 minuten wordt automatisch gecontroleerd of de
instelwaarden van de regelaar binnen de aangegeven
grenzen liggen. Een eventueel buiten de grenzen liggende
waarde wordt door de standaard waarde vervangen. Het
overschrijden van de grenzen wordt door een knipperend E
en het foutnummer 81 aangegeven.
In zo'n geval doet de gebruiker er goed aan om de belangrijke
instelwaarden van de regelaar te controleren. Het
waarschuwingsteken verdwijnt na een herstart van het
apparaat (RESET).
Besturing van de circulatiepompen
Schakeling volgens stookbehoeften
De op de behoefte afgestemde schakeling schakelt de
circulatiepompen uit zodra er geen stookbehoefte bestaat.
Tevens worden de menggroepen gesloten.
Voorwaarden voor het uitschakelen:
D.m.v. een kamerthermostaat geregelde regeling
De ruimtetemperatuur overschrijdt de ingestelde gewenste
waarde.
Weersafhankelijke regeling
De buitentemperatuur overschrijdt de gewenste waarde voor
de omgevingstemperatuur of de gewenste waarde van de
aanvoertemperatuur zakt onder de 20 °C.
!
Bij ruimtevoeler-invloed "0" loopt de pomp na een
warmtevraag gedurende de nachtverlaging door.
Pompen naloop
Na het uitschakelen lopen de circulatiepompen 5 minuten na
wanneer de brander gedurende de laatste 5 minuten voor het
uitschakelen ingeschakeld was.
Pompen blokkeerbeveiliging
De regeling verhindert het blokkeren van de pompen door te
lange tijden van stilstand. Door de geïntegreerde blokkeer
beveiligingfunctie worden alle pompen, die in de afgelopen
24 uur niet hebben gedraaid, dagelijks om 12:00 uur even
(1 minuut) ingeschakeld.
Mixer blokkeerbeveiliging
Indien een mixer 24 uur niet bewogen wordt, wordt eenmalig
om 03:00 uur de mixer compleet geopend. Het
verwarmingssysteem wordt tijdens het openen uitgeschakeld.
De maximale aanvoertemperatuur wordt bewaakt. Verbreking
bij maximale aanvoertemperatuur –5 K.
MENU MONTEUR
51