Terugslag (kickback)
Bij het werken met de motorzeis kan ongecontroleerde terugs-
lag voorkomen. Dit is het geval als het snijdwerktuig (4-tands
slagmes) met vaste voorwerpen zoals bijv. boomstronken,
hekpalen, bomen, vast struikgewas of grote stenen in aan-
raking komt.
De motorzeis wordt daarbij ongecontroleerd met grote en-
ergie naar de zijkant weggeslingerd respectievelijk versneld
(gevaar van letsels!).
Om terugslag te voorkomen, moet op het volgende gelet wor-
den:
-
Verwijder alle vreemde elementen uit het werkgebied en let
op de aanwezigheid van planten en voorwerpen.
-
Het maaigereedschap moet het volle werktoerental bereikt
hebben voordat met maaien mag worden begonnen.
-
In het donker gemarkeerde bereik bestaat, met name bij het
gebruik van metalen snijdwerktuigen, een verhoogd risico van
terugslag!
Werkomstandigheden en -techniek
-
Alleen bij goed zicht en goede verlichting werken. In de winter
bijzonder letten op gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw (uitgli-
jgevaar). Zorg ervoor dat u stabiel staat.
-
Nooit boven schouderhoogte maaien.
-
Nooit staande op een ladder werken.
-
Nooit met de motorzeis in een boom klimmen en werkzaam-
heden uitvoeren.
-
Nooit werken op een onstabiele ondergrond.
-
Het maaibereik van vreemde voorwerpen, zoals b.v. stenen,
metaaldelen etc. ontdoen. Vreemde voorwerpen kunnen
terugstuiten (gevaar van verwondingen, 12), zij beschadigen het
snijgereedschap en kunnen tot gevaarlijke terugslag (kickback)
leiden.
-
Het maaigereedschap moet het volle werktoerental bereikt
hebben voordat met maaien mag worden begonnen.
Gebruiksgebied van de snijgereedschappen
De maaigereedschappen alleen voor het aangegeven doel gebrui-
ken! Andere gebruiksdoeleinden zijn niet toelaatbaar.
Snoersnijkop met 2 snoeren (13)
uitsluitend voor het maaien aan muren, hekken, graskanten, bo-
men, palen enz. (als aanvulling op de grasmaaier).
4-tands slagmes (14)
Voor het maaien van gras of sterk onkruid. Bij deze werkzaam-
heden wordt de motorzeis in halve cirkels van rechts naar links
gezwenkt (15, zoals met de handzeis).
Vervoer
-
Bij het vervoer en bij plaatsverandering tijdens het werk
moet de motorzeis stil worden gezet om te voorkomen,
dat het maaigereedschap ongewild begint te draaien.
-
Draag of vervoer de motorzeis nooit bij lopend
maaigereedschap!
-
Bij vervoer over een grotere afstand moet in ieder geval de
meegeleverde maaierbeschermkap worden aangebracht.
-
Bij het transport in voertuigen op veilige ligging van de motorzeis
letten. De benzinetank vóór het transport leegmaken.
-
Bij verzending van de motorzeis moet de brandstoftank geheel
leeg zijn.
6
11
ATTENTIE: Terugslag
12
13
14
15