5.1.2 Afstellen
Plaats het apparaat op de geplande
plaats.
Plaats het apparaat op een vlak, droog en
stabiel oppervlak.
Bij het kiezen van de plaats van installatie
moet rekening worden gehouden met de
afmetingen van het apparaat (hoofdstuk
4.1 „Technische gegevens"). Er moet
voldoende ruimte zijn om veilig met de
snijmachine te kunnen werken.
Plaats het apparaat zo dat de operator de
apparaatschakelaar en de
snijdikteregelaar altijd in het zicht heeft.
Om de snijmachine veilig te kunnen
gebruiken, moet er een ruimte van
tenminste 20 cm (afb. 14) tussen de
snijmachine en de wanden, objecten,
planken enz. worden aangehouden.
De afstand tot de vloer moet ongeveer 80
cm zijn.
De luchtvochtigheid in de opstellings-
ruimte mag maximaal 75% zijn, de lucht
moet vrij zijn van zout en de temperatuur
moet tussen +5 ° C en +35 ° C liggen; de
snijmachine moet in ieder geval worden
geïnstalleerd in een ruimte die een goede
werking van het apparaat kan garanderen.
Zorg ervoor dat de snijdikteregelaar in
positie „0"staat.
Controleer de overeenstemming van het
mes en de snijmateriaalklem door met uw
vinger van het mes naar de snijmateriaal-
klem (afb. 15) te bewegen, nooit
andersom.
Schroef de geleverde poten erin en
stel af, schroef het rubberelement
erin (1, 2, afb. 15).
Het werkgebied moet altijd schoon,
droog en op orde zijn.
Afb.14
Afb. 15
- 183 -