3.
Reinig de grote glasplaat van de scanner, het glas
van de documentinvoer (de smalle strook van glas
links van de scanner) en de witte achterplaat van
schuim. Gebruik een zachte doek of een spons die
is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger.
Droog de glasplaat en de witte, plastic achterplaat
met een zeem of spons om vlekken te voorkomen.
VOORZICHTIG:
middelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol
of tetrachloorkoolstof op enig deel van het
apparaat omdat deze het apparaat kunnen
beschadigen. Plaats geen vloeistof direct op de
glasplaat of achterplaat. Ze kunnen in het apparaat
lekken en dit beschadigen.
OPMERKING:
Als u de documentinvoer gebruikt
en u last hebt van strepen op kopieën, reinigt u de
smalle strook van glas links van de scanner.
4.
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact en druk
op de aan-uitknop om het apparaat in te
schakelen.
Resolutie-instellingen controleren
OPMERKING:
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
2.
Open het menu
3.
Selecteer de categorie instellingen voor scannen en verzenden die u wilt configureren.
4.
Open het menu
5.
Raak de knop
6.
Selecteer een van de gedefinieerde opties. Raak de knop
7.
Raak de knop Start
De instellingen voor beeldaanpassing controleren
Pas deze aanvullende instellingen aan om de scankwaliteit te verbeteren.
236 Hoofdstuk 10 Problemen oplossen
Gebruik geen agressieve
Als u de resolutie verhoogt, wordt het bestand groter en duurt het scannen langer.
Instellingen voor scannen/digitaal
Standaard
taakopties.
Resolutie
aan.
aan.
Beheer
aan.
verzenden.
OK
aan.
NLWW