NLD0597
2302M5030D
(1)
(2)
(3)
4.7.2
Hier kan een nieuwe operator en/of locatie worden
geselecteerd zonder het instrument opnieuw te starten.
4. WERKING
Er bestaat een variabiliteit in de sensorgevoeligheid
tussen methaan en andere brandbare verbindingen. Als
het instrument dus geijkt is voor methaan (inclusief
Enforcer-ijkingen), staan de meetwaarden bloot aan
variaties
geselecteerd.
Voor een meer nauwkeurige detectie van niet-
methaangassen, moet het kanaal voor brandbare
gassen worden geijkt voor propaan, pentaan of butaan
(te selecteren in de optie Instellingen in het menu
IJking).
In
onnauwkeurig zijn als methaan geselecteerd is.
De maximale nauwkeurigheid wordt verkregen door te
ijken met het doelgas; dit is dus de aanbevolen
methode.
Doelgas
Aanbevolen ijkmethode
Enforcer
Methaan
UI-ijking (met methaan als het geselecteerde ijkgas)
PC-ijking (met methaan als het geselecteerde ijkgas)
UI-ijking (met propaan als het geselecteerde ijkgas)
Propaan
PC-ijking (met propaan als het geselecteerde ijkgas)
UI-ijking (met butaan als het geselecteerde ijkgas)
Butaan
PC-ijking (met butaan als het geselecteerde ijkgas)
Pentaan
UI-ijking (met pentaan als het geselecteerde ijkgas)
UI-ijking (met propaan, butaan of pentaan als het
Andere
geselecteerde ijkgas)
brandbare
PC-ijking (met propaan of butaan als het
gassen
geselecteerde ijkgas)
Operator
als
andere brandbare gassen worden
dit
geval
50
UITGAVE 08 - 02/04
kunnen
de
meetwaarden