NLD0597
2302M5030D
-0
4.1.3
Om een goede werking te verzekeren, bewaakt het instrument
zichzelf en bevestigt het de goede werking door om de
30 seconden
geruststellingssignaal te geven. Het geruststellingssignaal
wordt gegeven als het instrument gas kan detecteren (het
geruststellingssignaal wordt bijvoorbeeld niet gegeven terwijl de
pomp of sensoren worden geijkt, of als de sensoren zich in de
opwarmfase bevinden).
Het auditief geruststellingssignaal kan worden uitgeschakeld,
maar
geruststellingssignaal. Als de batterij bijna leeg is, wordt het
geruststellingssignaal elke 30 seconden twee keer gegeven.
4. WERKING
Dit symbool verschijnt in de plaats van de numerieke
waarde van een defecte sensor of defect kanaal, als de
nul- of bereikijking mislukt is, als er weinig zuurstof is
en in sommige gevallen met hoge gasconcentraties.
Schakel het instrument uit en opnieuw in. Als het
probleem hiermee niet verholpen is, dient u de sensor
opnieuw te ijken of de cartridge te vervangen.
Dit geeft aan dat de sensoruitgang van het kanaal
in kwestie negatief is geworden. In ernstige gevallen
van negatief verloop verschijnt waarschuwing 51 (te
groot
negatief
Waarschuwingscodes voor meer details over deze
waarschuwing.
Als -0,0 vol. % constant wordt weergegeven voor het
kanaal van de CO
sensor (tijdens de opstartprocedure) of een nulkalibratie
worden uitgevoerd in schone lucht. Het alarmpeil A1 voor
het CO
-bereik mag 0,5 vol. % niet overschrijden.
2
Geruststellingssignaal
een
dit
is
verloop).
WAARSCHUWING
-sensor, moet een nulijking van de
2
auditief
niet
het
geval
34
UITGAVE 08 - 02/04
Zie
bijlage
en
groen
voor
het
A
–
visueel
visueel