10.4
Bodemdruk verhogen/verlagen
KMG000-039
Via de ontlastingsveren (1) wordt de bodemdruk van de maaibalk aan de plaatselijke
omstandigheden aangepast. Om de graszode te ontzien, moet de maaibalk zo ver ontlast
worden dat hij bij het maaien niet springt, maar ook op de ondergrond geen sleepsporen
achterlaat.
ü De machine bevindt zich in de transportstand.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
Om de bodemdruk te verhogen, de vasthoudketting (3) er langer in ophangen.
Om de bodemdruk te verlagen, de vasthoudketting (3) er korter in ophangen.
Telescoopbovenstang
Bij ontgrendelde telescoopbovenstang kan bovendien het voorste gedeelte van de maaibalk
worden ingesteld.
Om de bodemdruk in het voorste gedeelte van de maaibalk te verlagen, de ontlastingsveren
(1) hoger in de gatenlijst (2) ophangen.
Als de ontlastingsveren er te hoog zijn ingehangen, kantelt het maaiwerk naar achteren.
Om de bodemdruk in het voorste gedeelte van de maaibalk te verhogen, de
ontlastingsveren (1) lager in de gatenlijst (2) ophangen.
Als de ontlastingsveren er te laag in zijn gehangen, ligt het maaiwerk aan de voorkant te
zwaar op de bodem.
Bodemdruk via de gatenlijsten verhogen/verlagen
Boring (I) = hoogste maaiwerkontlasting = geringste bodemdruk
Boring (VI) = laagste maaiwerkontlasting = hoogste bodemdruk
EasyCut F 360
Originele handleiding 150000806_01_nl
Bodemdruk verhogen/verlagen
zie
pagina 25.
Instellingen
10
10.4
59