De hefarmadapters (1) dienen als verlenging van de hefarmen om de afstand van de machine
tot de voorwielen van de trekker te vergroten.
ü De hefarmadapters (1) zijn volgens uitbreiding 150 000 325 aan de machine gemonteerd.
ü De machine is aan de trekker gemonteerd,
ü De machine bevindt zich in de werkstand,
ü De voorste hefinrichting bevindt zich in de zweefstand.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
Bij trekkers met pendelende (in hoogte beweeglijke) hefarmen de hefarmadapters (1)
fixeren.
Fixeren
Draai de schroef (2) zover uit tot de bout (5) van de hefarmadapter (1) tegen de aanslag (4)
van de koppeldriehoek ligt.
Borg de schroef (2) met de moer (3).
Rechterzijde en linkerzijde van de machine instellen.
Bij trekkers met starre hefarmen de hefarmadapters (1) pendelend instellen.
Pendelend
De schroef (2) helemaal indraaien.
Borg de schroef (2) met de moer (3).
Rechterzijde en linkerzijde van de machine instellen.
7.4
Parallel opheffen controleren/instellen
AANWIJZING
Als de machine niet parallel tot de bodem opheft, kan er schade aan de machine of aan
de trekker ontstaan.
Als de machine niet parallel tot de bodem opheft, kan er een ongunstige afbuiging van de
tussenas ontstaan. Een ongunstige afbuiging bewerkstelligt een onrustige loop van de
machine waardoor ernstige schade aan de machine of de trekker kan ontstaan.
Om schade te voorkomen, moet de machine in opgeheven toestand indien mogelijk
parallel tot de bodem zijn uitgelijnd.
Na iedere montage van de machine in opgeheven toestand de parallelliteit van de
machine tot de bodem controleren.
KM000-254
EasyCut F 360
Originele handleiding 150000806_01_nl
Parallel opheffen controleren/instellen
zie
pagina 41.
zie
pagina 52.
zie
pagina 25.
Inbedrijfstelling
7.4
7
43