Aansluitingen
Aansluiting
Kabeltraject
Toebehoren kabels
Router (X4A)
—
Kabels ter plaatse geleverd
Binnenunit (P1/
0,75 ~
2
P2) (X3A)
1,25 mm
Elektriciteitsmet
0,75 ~
2
er (X2A)
1,25 mm
Zonne-energie-
0,75 ~ 1,5 mm
inverter/
energiebeheers
ysteem +
230 V AC
detectiespannin
g (X1A)
(a)
De als toebehoren geleverde ethernetkabel heeft een
lengte van 1 m. Het is echter mogelijk om een ter plaatse
geleverde ethernetkabel te gebruiken. Houd in dat geval de
maximaal toegelaten afstand tussen LAN-adapter en router
aan. Die is 50 m bij Cat5e-kabels en 100 m bij Cat6-kabels.
(b)
Deze draden MOETEN ommanteld zijn. Aanbevolen
striplengte: 6 mm.
(c)
Deze draden MOETEN ommanteld zijn. Aanbevolen
striplengte: 6 mm.
(d)
Alle bedrading naar X1A MOET H05VV zijn. Vereiste
striplengte: 7 mm. Zie voor meer informatie
energie-inverter/energiebeheersysteem" op
4.2.1
Router
Zorg ervoor dat de LAN-adapter via een LAN-aansluiting kan worden
aangesloten.
Minimaal moet een ethernetkabel van categorie Cat5e worden
gebruikt.
De functie van de router in het systeem is afhankelijk van de
systeemlay-out.
Systeemlay-out
App-bediening (alleen)
Smart-Grid-toepassing (alleen)
App-bediening + Smart-Grid-
toepassing
Indien de router een systeemonderdeel is, kan hij op de volgende
manieren in het systeem worden geïntegreerd:
BRP069A61+BRP069A62
Daikin Altherma LAN-adapter
4P464229-1B – 2018.10
Draden
Maximale
kabellengte
(a)
—
50/100 m
(b)
2
200 m
(c)
2
100 m
2
Afhankelijk van
100 m
(d)
de toepassing
"4.2.4 Zonne-
pagina 10.
Functie
De router is een verplicht
systeemonderdeel en is nodig
voor de communicatie tussen het
Daikin Altherma-systeem en de
smartphone.
Voor meer informatie, zie
"2.2 Systeemlay-out" op
pagina 3.
De router is GEEN verplicht
systeemonderdeel en wordt
alleen gebruikt als gereedschap
om configuraties ermee te
doen.
Voor meer informatie, zie
"7 Configuratie" op
pagina 14.
De router is zowel een verplicht
systeemonderdeel (app-
bediening) als een gereedschap
om configuraties ermee te
doen (Smart-Grid-toepassing).
Voor meer informatie, zie
"2.2 Systeemlay-out" op pagina 3
en
"7 Configuratie" op
pagina 14.
Bedraad
b
a
P1/P2
X3A
a
LAN-adapter
b
Binnenunit
c
Router
Draadloos
b
a
P1/P2
X3A
a
LAN-adapter
b
Binnenunit
c
Router
d
Draadloze overbrugging
Stroomsnoer
b
a
P1/P2
X3A
a
LAN-adapter
b
Binnenunit
c
Router
d
Stroomsnoeradapter
e
Stroomsnoer
INFORMATIE
Het is raadzaam de LAN-adapter rechtstreeks op de router
aan te sluiten. Afhankelijk van het model van de adapter
van de draadloze overbrugging of van de stroomsnoer, zou
het kunnen dat het systeem niet naar behoren werkt.
4.2.2
Binnenunit
Voor stroomtoevoer en communicatie met de binnenunit dient de
LAN-adapter via een 2-draadskabel op de aansluitingen P1/P2 van
de binnenunit te worden aangesloten. Er is GEEN aparte elektrische
voeding: de adapter wordt gevoed door de aansluitingen P1/P2 van
de binnenunit.
4.2.3
Elektriciteitsmeter
Indien de LAN-adapter op een elektriciteitsmeter is aangesloten,
zorg ervoor dat deze meter een stroomimpulsmeter is.
Vereisten:
Onderdeel
Type
Mogelijk aantal pulsen
Pulstijdduur
Minimale tijd
AAN
Minimale tijd
UIT
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4 Voorbereiding
c
X4A
d
c
X4A
c
d
d
e
X4A
Specificatie
Pulsmeter (5 V DC-pulsdetectie)
▪ 100 pulsen/kWh
▪ 1000 pulsen/kWh
10 ms
100 ms
9