1630
Gebruiksaanwijzing
Gebruik van de klem
Aardeweerstandmetingen
Ga als volgt te werk om aardeweerstanden te meten:
1. Open de kaken en zorg dat de oppervlakken goed op elkaar aansluiten
en vrij zijn van stof, vuil of ander vreemd materiaal.
2. Schakel de klem in door de draaiknop naar de functie Ω te draaien.
Bevestig de klem niet aan een geleider en open de kaken niet nu of
tijdens de zelfkalibratie, anders wordt de kalibratie onderbroken.
3. Nadat de klem is ingeschakeld, kalibreert deze zichzelf voor een
grotere nauwkeurigheid. Wacht totdat de zelfkalibratie is voltooid
voordat u gaat meten. Tijdens de zelfkalibratie wordt in het display
CAL7, CAL6,.....CAL2, CAL1 weergegeven. De klem geeft pieptonen af
wanneer de zelfkalibratie is voltooid.
4. Bevestig de klem aan de elektrode of aardstaaf die u wilt meten.
5. Lees de waarde van R
Afbeelding 3 illustreert de meetprincipes voor het meten van de
aardeweerstand.
•
Als de zelfkalibratie niet stopt, moet u de kaakoppervlakken
controleren op vuil en stof en de klem weer inschakelen.
•
Als er meer dan 3 A of 30 V in de aardstaaf zit, gaan het
kaakpictogram en het woord NOISE in het display
knipperen en geeft de klem pieptonen af. Wanneer er ruis
aanwezig, is de aflezing van de klem ongeldig.
•
Als de kaak tijdens het meten wordt geopend, verschijnt het
kaakpictogram in het display.
6
NB
(aardeweerstand) van het display af.
g
NB