OPMERKING:
Wanneer het moederbord wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS
met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen
nadat u het moederbord hebt vervangen.
Procedure
1. Lijn de schroefgaten op het moederbord uit met de schroefgaten op de polssteun- en toetsenbordeenheid.
2. Plaats de zes schroeven (M2x2) terug waarmee het moederbord op de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
3. Sluit de kabel van de netstroomadapterpoort aan op het moederbord.
4. Lijn de schroefgaten in de bracket van de USB Type-C-poort uit met de schroefgaten op de systeemkaart.
5. Plaats de twee schroeven (M2x3) terug waarmee de USB Type-C-poort wordt bevestigd aan het moederbord.
6. Sluit de luidsprekerkabel aan op het moederbord.
7. Schuif de toetsenbordkabel in de connector op het moederbord en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten.
8. Schuif de kabel van de toetsenbordverlichting in de connector op het moederbord en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten.
9. Schuif de touchpadkabel in de connector op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten.
10. Schuif de kabel van de harde schijf in de connector op het moederbord en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten.
11. Sluit de knoopcelbatterij op de systeemkaart aan.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
43