Inhoudsopgave
Advertenties
6.9 INSTOKEN
• Controleer alvorens het toestel in te stoken of de brandkorf op de juiste
manier op zijn plaats aangebracht is en naar links geduwd is.
• Tijdens het instoken komen er onaangename geuren vrij door het vrijkomen
van dampen van de lak en olie die tijdens de fabricage gebruikt zijn.
Tijdens deze fase moet u het vertrek waar de kachel geïnstalleerd is goed
luchten en niet te lang in het vertrek blijven omdat de afgegeven dampen
schadelijk kunnen zijn voor personen en dieren.
Het instoken moet zodanig gedaan worden dat het kachellichaam zich kan
zetten en de lakdampen volledig kunnen verdampen.
Daartoe moet de kachel volgens onderstaande aanwijzingen gebruikt worden:
- gedurende de eerste 5-6 uur na het ontsteken van de brandstof werking
op gemiddelde kracht (tijdens deze fase is het kachellichaam door uitzetting
door de warmte in staat om zich te zetten);
- nadat het kachellichaam zich gezet heeft moet de kachel gedurende een
periode die varieert tussen 6 en 10 uur op maximale kracht gebruikt worden,
afhankelijk van de hoeveelheid lakdampen die in het kachellichaam aanwezig
zijn en die moeten verdampen.
6.10 AANSTEKEN EN NORMALE WERKING
Alvorens de kachel aan te steken herinneren wij u eraan om de volgende punten te checken:
Controleer of de stekker in het stopcontact gestoken is.
Controleer of de deur van de vuurhaard goed dicht is.
Controleer of het pelletreservoir vol is of een dusdanige hoeveelheid bevat dat de kachel gedurende de gewenste periode kan
functioneren.
Houd toets 4 even ingedrukt.
Er begint een cyclus van 3 fases die de kachel in de normale werkingsmodus brengen.
• CONTROLE (eerste 20 seconden)
De ontsteking (kaars) schakelt in.
De led op het display gaat branden.
START FASE I
De rookgasafzuiger gaat functioneren.
De vijzel gaat functioneren en begint de pellets in de brandkorf te lossen..
START FASE II
• Als de ontsteking het verbrandingsproces op gang gebracht heeft, verhoogt de vijzel
de brandstoftoevoer om een stabilisatieperiode en een goede verbranding van de pellets
tijdens de volgende normale werkingsmodus toe te staan.
• Als de sensor bij de rookgasafvoer tijdens de startfase een stijging van de temperatuur
waarneemt (teken dat het verbrandingsproces goed gestart is) wordt de kachel als
aangestoken beschouwd en wordt er daarna overgegaan op de normale werkingsmodus.
28
DE KACHEL STARTEN
Beschrijving actie
H07024420 / DT2000568-01
De werkingsperiode op maximale kracht hoeft niet noodzakelijkerwijs
continu achter elkaar plaats te vinden maar kan in twee tijdsblokken
verdeeld worden, die minimaal door 3-4 uur uitschakeling van de kachel
onderbroken worden.
Na afl oop van deze periode zijn de lakdampen verdampt en moet de
kachel op de kracht die geschikt is voor normaal gebruik gebruikt worden.
Indien nodig is het mogelijk om de kachel extra tijd op de maximale kracht
te gebruiken zodat alle lakresten defi nitief verwijderd worden. Als het
reservoir de eerste keer gevuld wordt moet de vijzel de tijd hebben om zich
te vullen; tijdens deze fase worden de pellets niet in de verbrandingskamer
verspreid en is het erg waarschijnlijk dat de eerste aansteekpoging mislukt.
Indien er een alarm optreedt moet u de kachel uitschakelen door de uit-
knop ON/OFF even ingedrukt te houden, de brandstof uit de brandkorf
verwijderen en een nieuwe ontsteking instellen.
DT2010082-04
DT2011659-00
DT2011660-00
Displayweergave
CONTROL (scrolling readout)
START PHASE I (scrolling readout)
START PHASE II (scrolling readout)
Advertenties
Inhoudsopgave
