Inhoudsopgave
Advertenties
1)
Functies
Een teken
invoeren.
Een titel invoeren.
Een spatie
invoeren.
Een teken wissen.
Het benoemen
annuleren.
De cursor
verplaatsen van het
letterinvoer-
gebied naar het
letterpalet.
De cursor
verplaatsen van het
letterpalet naar het
letterinvoer-
gebied.
"_(space)", ":", "/"
of "–" op de
invoerpositie in het
letterinvoer-
gebied weergeven.
Wisselen tussen
hoofdletters en
kleine letters.
1)
De functies van de toetsen of de
bedieningsknop hangen af van de plaats waar
de cursor zich bevindt: in het
letterinvoergebied of in het letterpalet.
5
Herhaal stap 4 en voer vervolgens alle
tekens voor de naam in.
6
Druk ten minste 2 seconden op
NENT
.
Bewerkingen
Druk op NENT.
Druk ten minste
2 seconden op
NENT.
Druk op GROUP en
duw het
keuzehendeltje
tegelijkertijd naar
>.
Druk op GROUP en
duw de bedienings-
knop tegelijkertijd
naar ..
Druk ten minste
2 seconden op x.
Duw de
5-standenschakelaar
naar VOL –.
Druk op x.
Druk op X.
Druk op X.
De naam wijzigen
U kunt de naam van een schijf of track
wijzigen met behulp van de procedure
voor "Naam geven" (pagina 60).
Tracks of groepen aan
een nieuwe groep
toewijzen (Group Set)
Met deze functie kunt u bestaande tracks
of groepen toewijzen aan een nieuwe
groep. Ook kunt u een track die tot een
andere groep behoort, toewijzen aan een
bestaande groep.
U kunt maximaal 255 groepen maken op
een Hi-MD-schijf of een standaardschijf
in Hi-MD-modus en 99 groepen op een
standaardschijf.
Schijf
Tracknummer
1 2
3
4 5 6
Tracks 1 tot en met 3 toewijzen aan
een nieuwe groep.
Groep 1 en groep 2 toewijzen aan
de nieuwe groep.
Schijf
Groep 1
1 2
3
4 5 6
Tracks die niet opeenvolgend zijn, kunnen
niet worden toegewezen (tracks 3 en 7 tot
en met 8 kunnen bijvoorbeeld niet aan een
nieuwe groep worden toegewezen).
Groep 2
Groep 1
7 8
9 101112
Groep 2
7 8
9 101112
61
Advertenties
Inhoudsopgave
