5.4
5.5
5.5.1
26/01/2010
Batterij
Vier batterijen voorzien de veeg- en zuigmachine van stroom. De laad-
toestand van de batterijen kan afgelezen worden op de batterijtoestand-
sarmatuur van het instrumentenpaneel.
1
Batterijtoestandsarmatuur
Bij het inschakelen van de veeg- en zuigmachine knippert de rode licht-
diode vijf keer.
Daarna voert het elektronische systeem van de veeg- en zuigmachine
een zelftest uit van de laadtoestand van de batterijen.
Het resultaat van die test wordt weergegeven door de 5 lichtdioden.
Rem
De rem is een component die staat voor veiligheid. De werkzaam-
heden voor de instandhouding / vervanging van de remmen mogen
enkel worden uitgevoerd door geschoold vakpersoneel.
De rem (trommelrem) werkt op het neuswiel en wordt bediend via een
remkabel door het rempedaal.
De reminstelling bevindt zich op het rechter neuswiel (gezien in rijrich-
ting).
Naregelen van de remmen
Fixeer de instelmoer van de remkabel met een schroefsleutel
Draai de contramoer van de remkabel los
Druk de remhendel omhoog tot de remhendel op weerstand stoot
Houd de remhendel in die positie
Draai de contramoer van de remkabel vast
TTE 1100
Reiniging en onderhoud
19