Inhoud NLEIDING REGLEMENTAIR GEBRUIK Deze gebruiksaanwijzing bevat aanwijzingen voor het gebruik van de borstelmachine. Onze producten worden voortdurend verbeterd. Constructieve Het apparaat is uitsluitend bestemd om een vaste ondergrond te wijzigingen na de druk zijn dus niet in deze aanwijzing borstelen (bijv.: parkeerterreinen, voetpaden, magazijnen).
Zorg ervoor dat bedrijfs- en hulpstoffen en wisselstukken (in Ÿ YMBOLEN OP HET APPARAAT het bijzonder de batterijen) op een veilige en milieuvriendelijke manier worden verwijderd! OPGELET! OPGELET! GEVARENZONE! Er moeten geschikte antislipschoenen worden gedragen om Ÿ GEVAAR VOOR PERSOONLIJK LETSEL! ongevallen te vermijden.
OMGEVINGSVOORWAARDEN ERKING Beschermingsklasse IPX3 Temperatuur [°C] -5 bis +40 EMISSIES Geluidsdrukniveau dB(A) Trillingen [m/s² < 2,5 EDIENINGS EN WERKINGSELEMENTEN 4.3.1 Overzicht bedienings- en werkingselementen Bij het tandemrolsysteem (TRS) wordt het vuil via de zijbezems (1) uit de hoeken en kanten van de borstelzone naar het midden van de machine en vervolgens naar de twee tegen elkaar draaiende borstelrollen (2) gevoerd.
4.3.2 Besturingselektronica / software 4.3.2.1 Bediening / beschrijving van de symbolen D e d r a a i k n o p v o o r d e m e n u k e u z e i s h e t c e n t r a l e bedieningselement van de elektronische besturing.
Stap 1 Open de transportverpakking. Stap 2 Neem de volledige zijdeur af. SIDE BRUSH Stap 3 Hoofdbekleding zijdelings optillen en ze uit de opname tillen. § Stap 4 Plaats de batterijen. Zie 4.5.2 § Stap 5 Sluit de batterijen aan. Zie 4.5.2 Stap 6 Plaats de hoofdbekleding terug.
ERSTE INBEDRIJFSTELLING 4.5.1 De verbinding machine-batterij tot stand brengen Voor de veiligheid tijdens het transport wordt de verbinding tussen de batterijen en de borstelmachine verbroken. Voor de eerste inbedrijfstelling moet deze verbinding opnieuw tot stand worden gebracht. Eerst moet de keerafvalbak worden verwijderd (1-3) om toegang tot de afsluiting van de hoofdbekleding (4) te krijgen.
4.5.2 De batterijen plaatsen Als er geen batterijen in de machine aanwezig zijn, moeten ze eerst zoals hieronder beschreven worden geplaatst en aangesloten.
4.5.3 Het batterijtype instellen In principe wordt er een onderscheid gemaakt tussen gel- en zuurbatterijen, die verschillende ontladingscurven en uitschakelgrenzen hebben. Om de correcte batterijindicatie en de juiste bescherming tegen de volledige ontlading te kunnen garanderen, is het daarom noodzakelijk om het juiste batterijtype in de besturing in te stellen.
5.1.1 De borstelmachine starten Voor de inschakeling van de rijaandrijving moet enkel de sleutelschakelaar worden ingeschakeld. Daarvoor moet eerst de parkeerrem worden losgelaten (1-2). Aansluitend wordt de sleutel in het contact gestoken (3) en 90° met de wijzers van de klok mee gedraaid.
5.1.3 De borstelmachine opbergen Bij het opbergen van de machine moet erop worden gelet dat de opbergplaats vlak (zonder hellingen) en droog is. Voor de uitschakeling van de machine moet eerst op de rem worden geduwd (1) en moet de parkeerrem worden bediend (2-3). Aansluitend wordt de sleutelschakelaar 90°...
De volgende - -zijn in de fabrieksinstelling ingesteld voor de BELANGRIJK - Van zodra de batterijindicatie borstelmodus "Standaard" (in de tabel met rode achtergrond): begint te knipperen, mag er enkel nog in de buurt van het laadstation worden geborsteld Bij de voor de borstelmodus "Standaard" (in de tabel met grijze aangezien de resterende capaciteit van de achtergrond) weergegeven functies gaat het om de batterij in dit geval gering is (<...
5.2.2.3 Borstelmodus "Buiten" Deze borstelmodus wordt gebruikt voor het borstelen van buitenbereiken zoals parkeerplaatsen, opslagplaatsen of inritten met gebetonneerde, geasfalteerde of geplaveide ondergronden. In deze instelling zijn enkel de borstelrollen en zijbezems ingeschakeld aangezien de stofafzuiging en het werklicht (optioneel) in de buitenlucht niet absoluut noodzakelijk zijn. De stofafzuiging kan indien nodig via de overeenkomstige sneltoets worden ingeschakeld (zie hoofdstuk 5.3.2.2 ).
5.2.4 Zijbezems 5.2.4.1 De zijbezemaandrijving in-/uitschakelen Naargelang de geselecteerde borstelmodus gebeurt de in- of uitschakeling van de zijbezems door op de PASS te drukken. Via de toetsen met het zijbezemsymbool op het bedieningsveld kunnen de rechtse en de linkse (optioneel) zijbezem worden in- of uitgeschakeld.
5.2.4.2 Omhoog / omlaag Zijbezems De daling van de zijbezems gebeurt handmatig door middel van de verstellingshendel van de zijbezem onmiddellijk naast de stuurkolom. In de rustpositie van de zijbezems bevindt de verstellingshendel zich in een naar boven gerichte positie (1). De pijl op de hendel wijst daarbij naar boven.
5.3.3 Filtertrilapparaat 5.3.3.1 Handmatige in-/uitschakeling van het filtertrilapparaat De motor van het filtertrilapparaat draait enkel wanneer de toets voor het filtertrilapparaat wordt ingedrukt. Tijdens het trilproces wordt de ventilator kort uitgeschakeld om te vermijden dat het afgetrilde stof van de filter niet onmiddellijk opnieuw wordt opgezorgen.
Startsherm G1 Manuel trilfunctie G2 Automatisch trilfunctie 5.3.4 Filtereigenschappen OPGELET - Stel de filter nooit bloot aan vocht! Het filtermateriaal kan daardoor onherstelbaar worden beschadigd en de luchtreinigings- eigenschappen van de stofafzuiging zeer negatief beïnvloeden! Let erop dat het filtertrilapparaat bij een handmatige bediening regelmatig wordt bediend.
5.5.1 Met een extern laadapparaat opladen De aansluiting voor het laadapparaat bevindt zich in de binnenkamer van de machine. Voor de toegang moet de zijdeur zijn opengeklapt en moet de hoofdbekleding zijn geopend en met de hoofdbekledingshouder zijn geborgd (1). De aansluiting voor het laadapparaat (rode stekker) bevindt zich links naast de zekeringkast (2).
5.5.2 Met het ingebouwde laadapparaat opladen (optioneel) De stekkeraansluiting van het laadapparaat bevindt zich in de binnenkamer van de machine. Voor de toegang moet de zijdeur zijn opengeklapt en moet de hoofdbekleding zijn geopend en met d e h o o f d b e k l e d i n g s h o u d e r z i j n g e b o r g d ( 1 ) . D e stekkeraansluiting bevindt zich links naast het laadapparaat (2).
(3). Deze zekeringen moeten na de gekwalificeerde vakman worden uitgevoerd! Indien kan te allen activering worden vervangen aangezien het om zekeringen voor tijde een vakhandelaar van Stolzenberg worden geraadpleegd! eenmalig gebruik gaat. De voor uw machine bevoegde handelaar of servicetechnicus...
TORINGEN STORINGSWEERGAVEN EN OPLOSSINGEN Storingen Mogelijke Oorzaak Oplossing Sleutelschakelaar niet geactiveerd Startsleutel plaatsen, startsleutel draaien Batterij niet aangesloten Batterij aansluiten Batterij leeg Batterij opladen Relais defect Hoofdrelais vervangen Besturingskabel niet verbonden Besturingskabel verbinden Geen functieweergave van het bedienings- en Contactschakelaar van de zijdeur niet ingedrukt / Zijdeur sluiten controle-instrument zijdeur open...
Pagina 25
Storingen Mogelijke Oorzaak Oplossing Borstelrollen controleren en storingsobjecten verwijderen Besturing geeft een waarschuwing aan Elektrische verbindingen controleren Werking van de borstelrolmotor controleren Borstelrollen werken niet Borstelrolaandrijfketting gescheurd Controleren en evt. vervangen/vernieuwen Oorzaak controleren en verhelpen. Zekering Zekering doorgeslagen opnieuw plaatsen / activeren Borstelrolaandrijfmotor defect Controleren en evt.
RODUCTIDENTIFICATIE TYPEPLAATJE RANSPORT VAN DE BORSTELMACHINE Voor de veiligheid tijdens het transport moet u de meegeleverde Het typeplaatje met alle belangrijke informatie voor deze bevestigingsogen in de schroefgaten in het frame schroeven. borstelmachine bevindt zich in de rijrichting rechts aan de zijkant op de filterkamerbehuizing.
CONFORMITEITSVERKLARING volgens EG-richtlijn voor machines 2006/42/EG, Bijlage IIA Dhr. Kai Stolzenberg - Beheer van Stolzenberg GmbH & Co. KG, Hamburger Straße 15- 17, 49124 Georgsmarienhütte - gemachtigd, compileren de technische documentatie. Hiermee verklaren wij dat de hieronder aangegeven machine in haar ontwerp, type en de door ons in omloop gebrachte uitvoering beantwoordt aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidsbeschermingsvereisten van de EG-richtlijn voor machines.