• Controleer of de plaats voor de installatie van de stuurkast
beveiligd is tegen stoten, of de bevestigingsoppervlakken
stevig genoeg zijn en of de bevestiging gebeurt met degelijk
materiaal (schroeven, pluggen enz.).
• Zorg voor een omnipolaire uitschakelaar met een afstand
tussen de contacten van meer dan 3 mm om de stroom uit
te schakelen.
•
Controleer of de eventuele aansluitingen in de
kast (voor het verloop van het beveiligingscircuit) extra
geïsoleerd zijn t.o.v. de andere interne geleidende delen.
• Zorg voor buizen en goten voor de elektrische kabels en
let erop dat deze nergens kunnen worden beschadigd door
mechanismen.
De gegevens en informatie in deze handleiding voor de installatie zijn op elk ogenblik vatbaar voor wijziging zonder verplichting tot waarschuwing vooraf.
Uitrustingen en materialen
Controleer dat u over het nodige gereedschap en mate-
riaal beschikt om de installatie op een veilige manier uit
te voeren volgens de geldige normen. Hier volgen enkele