Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Foutcode Resetten Via De Buitenunit; Proefdraaien - Daikin 2AMXM40M4V1B9 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 2AMXM40M4V1B9:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.4 De foutcode resetten via de buitenunit

3.5 Proefdraaien

2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R
+CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B
R32 Multi Split
ESIE21-04D – 2023.02
Vereiste: Het probleem is opgelost.
1 Voer een reset van de voeding uit om de foutcode te resetten.
2MXM40+50, 2AMXM40+50-units
Vereiste: Voeding MOET binnen het gespecificeerde bereik liggen.
Vereiste: Werking in testfunctie kan gebeuren in koel- of verwarmingsmodus.
Vereiste:
Testfunctie
gebruikshandleiding van de binnenunit om te garanderen dat alle functies naar
behoren werken.
1 Selecteer de laagste programmeerbare temperatuur in koelmodus. Selecteer
de hoogste programmeerbare temperatuur in verwarmingsmodus.
2 Meet de temperatuur bij de inlaat en uitlaat van de binnenunit nadat de unit
circa 20 minuten heeft gedraaid. Het verschil moet meer dan 8°C (koelen) of
15°C (verwarmen) zijn.
3 Controleer eerst de werking van elke afzonderlijke unit en controleer
vervolgens de gelijktijdige werking van alle binnenunits. Controleer zowel
verwarmen als koelen.
4 Wanneer de testfunctie is voltooid, stelt u de temperatuur in op een normaal
niveau. In koelmodus: 26~28°C, in verwarmingsmodus: 20~24°C.
INFORMATIE
Indien nodig kan proefdraaien worden gedeactiveerd.
Nadat de unit is uitgeschakeld, kan ze pas na 3 minuten weer worden gestart.
Tijdens het koelen kan er zich ijs vormen op de gasafsluiter of op andere
onderdelen. Dit is normaal.
INFORMATIE
De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze uitgeschakeld is.
Wanneer de stroom wordt hersteld na een stroompanne, werkt de unit verder in
de eerder geselecteerde stand.
2MXM68, 3MXM, 3AMXM, 4MXM, 5MXM-units
Vereiste: Voeding MOET binnen het gespecificeerde bereik liggen.
Vereiste: Werking in testfunctie kan gebeuren in koel- of verwarmingsmodus.
Vereiste:
Testfunctie
gebruikshandleiding van de binnenunit om te garanderen dat alle functies naar
behoren werken.
1 Selecteer de laagste programmeerbare temperatuur in koelmodus. Selecteer
de hoogste programmeerbare temperatuur in verwarmingsmodus.
2 Meet de temperatuur bij de inlaat en uitlaat van de binnenunit nadat de unit
circa 20 minuten heeft gedraaid. Het verschil moet meer dan 8°C (koelen) of
20°C (verwarmen) zijn.
moet
worden
uitgevoerd
moet
worden
uitgevoerd
3
Probleemoplossing
|
overeenkomstig
overeenkomstig
Servicehandleiding
de
de
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave