5
Inbedrijfstelling
Serviceknop aantal keren indrukken tot de drukweergave
(bijv.: [p/1.1| - zie afb. 5, pos. 4) wordt weergegeven.
Sluit een slang aan op de watertapkraan en laat deze vol
lopen met water, zodanig dat er geen lucht meer in de slang
zit.
Sluit de slang aan op de vulkraan van de installatie.
Draai de waterkraan volledig open en de vulkraan slechts
gedeeltelijk open. Op deze manier zal de cv-installatie
correct gevuld worden.
Vul de installatie tot de druk circa 1,5 bar bedraagt en sluit
dan de vulkraan (afb. 6).
Open en sluit alle ontluchtingskraantjes in de installatie van
beneden naar boven, zodat alle lucht in de cv-installatie kan
ontsnappen.
Controleer de druk op het display als alle lucht uit de instal-
latie is verwijderd. Indien de druk lager is dan 1,0 bar, dient
het toestel weer bijgevuld te worden zoals boven staat
omschreven.
Sluit de waterkraan.
Sluit de vulkraan van de installatie.
Afb. 6
Vul- en aftapkraan
Koppel de slang af.
14
uitgave 03/2007