7 Inbedrijfstelling
7.2.4 Inbedrijfstellingsprotocol invullen
• De volgende punten controleren en in het inbedrijfstellingsprotocol documenteren:
– Polariteit van de DC-spanning aan de stringingangen en aan de DC-hoofdkabels.
– Alle strings hebben een soortgelijke spanningswaarde.
– De aardsluitingsvrijheid van de strings en de DC-hoofdkabels controleren.
– Schroefverbindingen optisch controleren.
– Zekeringen komen overeen met de installatieconfiguratie
– Klemmentoewijzing van de datakabel is correct.
– Alle beschermafdekkingen zijn weer gemonteerd.
7.3 Sunny String-Monitor bijschakelen
Voorwaarde:
☐ De voeding voor de meetprintplaten is beschikbaar gesteld.
1. Beschermafdekkingen verwijderen.
2.
Levensgevaar door elektrische schok.
• Stringzekeringen in spanningsloze toestand van de Sunny String-Monitor plaatsen.
3. Beschermafdekkingen weer monteren.
4. De scheidingsklemmen in stroomloze toestand van de Sunny String-Monitor sluiten.
5. DC-vermogensschakelaar inschakelen.
☑ Op de besturingsprintplaat branden de leds 1 en 2 groen, led 3 brandt periodiek oranje.
Diefstalbeveiliging en overspanningsafleider zijn intact. Datakabel en besturingsprintplaat
zijn in orde.
✖ Op de besturingsprintplaat brandt led 1 of 2 niet, led 3 brandt langer dan 5 minuten niet,
led 4 brandt rood?
• Zie hoofdstuk 12 "Zoeken naar fouten", Pagina 71.
48
SSM16-24-IA-INL105120
SMA Solar Technology AG
Installatiehandleiding