6.3.4 Invoeren van een wachtwoord
Het monteursniveau van het instelmenu wordt beveiligd door een
wachtwoord, dat bij het opstarten van het instelmenu moet
worden ingevoerd. Dit moet u bij het begin van het instelmenu
aangeven. Het gebruikers- en het monteursniveau worden in
afb. 6-7 met een verschillende kleur weergegeven.
Alternatieve snelle toegang tot het instelmenu:
Na het inschakelen van de regeling, tijdens de startweergave,
een lange druk op de pijltjestoets naar boven (+).
Zolang u het toestel manueel bedient, moet u geen paswoord
aangeven. Ongeveer 10 minuten na een laatste druk op een
toets is het paswoord niet langer van kracht. Voor het gewenste
niveau verschijnt na invoeren van het paswoord gedurende 2 s:
– "Gebruiker OK",
– "Monteur OK" c.q.,
– "Wachtwoord onjuist".
Gebruikerswachtwoord
Dit wachtwoord is in de fabrieksinstelling van de R4-zonne-ener-
gieregeling niet geactiveerd. Door een viercijferige code in te
geven, beveiligt u alle parameters die u in het deel van de ge-
bruiker kunt instellen (kinderslot of conciërgefunctie). De para-
meters van het gebruikersniveau kunnen in principe enkel bij een
gedeactiveerd of geldig gebruikerswachtwoord worden ge-
wijzigd.
Het activeren en wijzigen c.q. opnieuw toewijzen van het gebrui-
kerswachtwoord gebeurt in het menupad: "Selectie 1/2" ->
"Functies" -> "Wachtw. wijzigen" (zie afb. 6-7):
● Voer het oude wachtwoord in het dataveld "huidig 0000" en
het nieuwe in het dataveld "nieuw 0000" in. Bevestig elk cijfer
van het paswoord met de OK toets.
● Bij het invoeren van een nieuw wachtwoord moet u zowel het
dataveld "huidig 0000" als het dataveld "nieuw 0000"
invullen.
Als het gebruikerswachtwoord is geactiveerd, verschijnt in het
menupad "Selectie 1/2" uitsluitend "Wachtwoord 0000". Het ge-
bruikerwachtwoord wordt pas na 10 min. of na het opnieuw in-
schakelen van de R4-zonne-energieregeling actief.
Monteurswachtwoord
Het wachtwoord wordt in het menupad: "Selectie 1/2" onder
"Wachtwoord 0000" ingevoerd. Daarmee worden alle voor de
monteur belangrijke installatieparameters in het instelmenu vrij-
geschakeld (zie afb. 6-7).
6.3.5 Taalkeuze
Bij de eerste inbedrijfstelling of na een totale reset wordt de
weergave (afb. 6-5) tijdens de start aangehouden en wordt er
gevraagd om een taalkeuze te maken.
● Selecteer met behulp van de pijltoetsen een taal en kwiteer
de selectie met behulp van de OK-toets.
In het instelmenu kunt u via het menupad: "Selectie 1/2" ->
"Functies" -> "Taal wijzigen" achteraf ook een andere taal selec-
teren (afb. 6-7).
Alternatieve snelle toegang tot de taalkeuze:
Gelijktijdige druk op de OK-toets en de pijltjestoets naar
boven (+).
Daikin EKSRPS4
Daikin Regel- en pompeenheid
008.1624632 – 08/2015
6.3.6 Parameters instellen en terugzetten
De instelling van de parameters wordt overeenkomstig afb. 6-7
uitgevoerd. Alle instelbare parameters worden met toegangs-
niveau, verstelbereik en fabrieksinstelling in tab. 6-5 getoond.
In het menupad: "Selectie 1/2" -> "Parameterselectie" -> "Terug-
zetten" kunt u de maximale waarden en berekende waarden
(zie tab. 6-5) terugzetten. Met de OK toets zet u de gekozen
maximumwaarde onmiddellijk op nul. Met een druk op pijltjes-
toets naar onder maakt u dit weer ongedaan en keert de cursor
terug naar links. Met de OK toets bevestigt u uw keuze. Door her-
haaldelijk op de pijltoets omlaag te drukken, komt u in het veld
"Selectie 2/2". Door op "terug" te drukken, navigeert u naar de
bedrijfsweergave.
Via het menupad: "Selectie 2/2" -> "Systeem" -> "Terugzetten"
kan de functie Totale Reset worden geactiveerd. Het systeem
daarna opnieuw (zie ook paragraaf 6.2.10).
Door een totale reset gaan alle afzonderlijke instellin-
gen verloren en wordt het gebeurtenissengeheugen
gewist. Alle berekende grootten (Infoparameter) wor-
den op nul gezet.
Als de functie Totale Reset via het menupad wordt
geactiveerd, blijft de totale warmteopbrengst behou-
den. Met de sneltoets via de toetscombinatie wordt ook
deze waarde gewist.
6.3.7 Instelling van de inbouwpositie van de
collectortemperatuursensor
LET OP!
Versterkte dampvorming bij het opnieuw inschakelen
kan schade aan het zonne-energiesysteem veroor-
zaken.
● Als de collectorsensor voor DrainBack-installaties
overeenkomstig de montagehandleidingen aan de
collector onderaan werd gemonteerd, moet de
parameter "TK
ingesteld (zie afb. 6-8).
Afb. 6-8
Instelling parameter "TK
"Onder"
Als de collectortemperatuursensor bij bestaande
zonne-energiesystemen bovenaan werd gemonteerd,
moet de fabriekinstelling "↑" van de parameter "TK
niet worden gewijzigd.
6
x
Regeling
" absoluut op "↓" worden
pos
" bij inbouwpositie collectorsensor
pos
Bedienings- en installatiehandleiding
"
pos
29