6.3.2 Systeemdisplay
Op het systeemdisplay worden systeemtemperaturen,
maximumwaarden en getalwaarden weergegeven. Na het start-
scherm gaat de R4-zonne-energieregeling automatisch over in
de bedrijfsweergavemodus, er wordt een bedrijfswaarde weerge-
geven en de bijbehorende meldlamp brandt.
● Met een druk op de pijltjestoetsen schakelt u om tussen de
vier temperatuurmeetwaarden en de doorstromingsmeet-
waarde (zie tab. 6-2 en tab. 6-6) navigeren.
● Na een druk op de infotoets verschijnen de maximum- en
getalwaarden (zie tab. 6-3) op het display.
De linkerkolom van de display dient als statusweergave.
Betekenis:
– "1" op regel 1, zonne-energiebedrijfspomp P
modus actief.
– "2" op regel 2, zonne-energiebedrijfspomp P
vermogen (Booster) actief.
– "B" op regel 3, branderblokkeercontact actief (zie hoofdstuk
6.3.10) of een foutstatus (zie hoofdstuk 7.2 "Verhelpen van
storingen").
– "H" op regel 4, manuele modus actief.
Zolang u geen handmatige verstelling uitvoert of een
resultaat overeenkomstig tab. 7-2 een andere weerga-
vevorm oproept, blijft het aangestuurde meetwaarde- of
infoscherm actief. Dit wordt ook na parameterwijzigin-
gen of "UIT-/IN-schakelen" opnieuw geactiveerd. Als er
Infoparameters worden weergegeven, is er geen meet-
plaatsmeldlamp geactiveerd.
Afb. 6-6
Systeemdisplay
Daikin EKSRPS4
Daikin Regel- en pompeenheid
008.1624632 – 08/2015
6.3.3 Instelmenu
In het menu worden de parameters van de R4-zonne-energiere-
geling weergegeven en gewijzigd.
● Door eenmaal (>2 s) op de OK-toets te drukken, komt u in het
menu of keert weer terug naar het bedrijfsvenster. Een korte
druk bevestigt een selectie, opent het volgende menuvenster
of toont gedurende ongeveer 1 s het bericht 'bewaard' als u
een waarde heeft gewijzigd.
● Via het gewenste parametervenster bereikt u het menu voor
het wijzigen van parameters als u de OK-toets indrukt.
In het menu (afb. 6-7) wordt op de eerste regel het actieve
menupad getoond, in de linker kolom wijst een cursor (">") naar
het daaronder liggende menupad of naar een parameter. Van
normale
S
hieruit kunt u met de pijltjestoetsen naar boven (+ toets) of naar
onder (– toets) door de menustructuur navigeren.
met maximaal
S
De ingestelde waarde kunt u met de pijltjestoetsen wijzigen.
Een korte druk op de pijltjestoets wijzigt de waarde met één
eenheid. Als u de waarde sneller wilt wijzigen, moet u de toets in-
gedrukt houden.
Als de gewenste parameter werd gewijzigd en de complete para-
meterlijst naar beneden wordt doorgebladerd, keert u weer terug
naar het keuzemenu "Selectie 2/2" en van daaruit naar de be-
drijfsweergave (zie afb. 6-7). De regeling werkt onmiddellijk met
de nieuwe parameterwaarden. In principe schakelt de regeling
om naar de systeemdisplaymodus wanneer u ongeveer 10 mi-
nuten lang geen toets indrukt.
6
x
Regeling
Bedienings- en installatiehandleiding
27