Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Telefoonbeveiliging; Het Scherm Vergrendelen - Panasonic dL1 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Telefoonbeveiliging

Telefoonbeveiliging
Er zijn verschillende manieren om uw telefoon te vergrendelen.
Het scherm vergrendelen: dit zorgt ervoor dat u niet per ongeluk op uw telefoon tikt en deze onbedoeld
activeert. U kunt het scherm ook vergrendelen met een beveiligingsmethode om toegang tot uw telefoon
door onbevoegden te voorkomen. Wanneer het scherm vergrendeld is, moet u deze ontgrendelen voordat
uw telefoon kan worden gebruikt. Wanneer het scherm ontgrendeld is, heeft de gebruiker toegang tot de
telefoon en de instellingen.
Uw gegevens verbergen: u kunt toegang tot belangrijke gegevens door onbevoegden voorkomen door
de gegevens op te slaan in een virtuele kluis. U kunt ook volledige e-mailaccounts in de kluis opslaan,
zodat de accounts niet zichtbaar zijn wanneer de kluis gesloten is.
Telefooninstellingen beschermen: u kunt een terminalwachtwoord (telefoonwachtwoord) instellen om
toegang tot bepaalde telefooninstellingen door onbevoegden te voorkomen. Wanneer de gebruiker
bepaalde instellingen wil wijzigen, wordt gevraagd het terminalwachtwoord in te voeren.
Uw SIM-kaart beschermen: u kunt de SIM-kaart vergrendelen om onbevoegd gebruik van de kaart te
voorkomen, zelfs wanneer deze wordt verwijderd en in een andere telefoon wordt geplaatst. Wanneer de
SIM-kaart vergrendeld is, moet u deze elke keer dat de telefoon wordt ingeschakeld, ontgrendelen. Als de
ontgrendelingscode 3 keer onjuist wordt ingevoerd, kan deze alleen worden ontgrendeld met de PUK-code
(Personal Unblocking Key) die door de aanbieder is verstrekt.

Het scherm vergrendelen

U kunt uw scherm vergrendelen om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw telefoon.
De schermvergrendeling configureren
1.
Tik op [Gegevensbeveiliging] in het beginscherm of op [Prog.lijst].
2.
Tik op [Wijzig nu instellingen].
3.
Selecteer een ontgrendelingsmethode en volg de instructies op het scherm om het
ontgrendelingspatroon in te stellen.
4.
Selecteer of u een IC-kaart wilt registreren voor het ontgrendelen van het scherm.
Als u wilt voltooien zonder een IC-kaart te registreren, tikt u op [Overslaan].
Tik op [Registreren] om een IC-kaart te registreren.
5.
Volg de instructies op het scherm om de configuratie te voltooien.
Opmerking
Wanneer een schermontgrendelingspatroon is geselecteerd, moet u die ontgrendelingsmethode
gebruiken om het scherm te ontgrendelen (bijvoorbeeld door op
activeren) of om de schermvergrendelingsinstelling te wijzigen.
Als u er vijf keer niet in slaagt het scherm te ontgrendelen, blijft het scherm 30 seconden vergrendeld.
Als het scherm vergrendeld is, kunt u een noodoproep plaatsen door op [Noodoproep] te tikken.
De telefoon kan geen IC-kaarten detecteren als de NFC-functie van de telefoon is uitgeschakeld.
Bevestig de instelling door op
netwerken] te tikken en vervolgens zo nodig het selectievakje [NFC] in te schakelen.
De schermvergrendeling wijzigen
1.
Tik op [Gegevensbeveiliging] in het beginscherm of op [Prog.lijst].
2.
Voer de juiste ontgrendelingsmethode in.
3.
Tik op [Beveiligingsinstellingen].
4.
Selecteer de gewenste instelling.
[Geen]: hiermee worden beveiligingsinstellingen uitgeschakeld.
70
Gebruikershandleiding
op het beginscherm te tikken, op [Instellingen] ® [Draadloos en
te drukken om het scherm te

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Eb-3901

Inhoudsopgave