Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de
computer gaat werken.
1.
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast
raakt.
2.
Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen).
3.
Als de computer op een dockingstation zoals een optionele Media Base of slice-batterij is
aangesloten, dient u deze los te koppelen.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector
van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen
van het netwerkapparaat.
4.
Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
5.
Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
6.
Sluit het beeldscherm en zet de computer ondersteboven op een plat werkoppervlak neer.
OPMERKING: U voorkomt schade aan het moederbord door de hoofdbatterij te verwijderen
voordat u de computer een onderhoudsbeurt geeft.
7.
Verwijder de hoofdbatterij.
8.
Zet de computer met de bovenzijde omhoog.
9.
Klap het beeldscherm open.
10. Druk op de aan-uitknop om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWING: U beschermt zich tegen elektrische schokken door altijd eerst de stekker
uit het stopcontact te halen voordat u de computerbehuizing opent.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd
metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen
voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw
computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische
elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
11. Verwijder eventueel geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de sleuven.
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te
slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de
computer uitzet.
U kunt uw computer op twee manieren uitschakelen:
1.
Met de aan-/uitknop
2.
Met het charms-menu
Met de aan-/uitknop
1.
Druk de aan-/uit-kop in en houd deze ingedrukt
Met het charms-menu
1.
Maak een schuifbeweging vanaf de rechterrand van het beeldscherm om het Charms-menu te
openen.
6
om het beeldscherm uit te schakelen.